ST-display
Wanneer de ST-geactiveerd zijn ingeschakeld,
alarmeert de Cockpit voor alle ST-afleidingen,
ongeacht of deze worden weergegeven. In beide
gevallen knippert het ST-parametervak en wordt de
afleiding die alarm slaat in de kopbalk geïdentifi-
ceerd.
Wanneer ST-bewaking is geactiveerd, worden de
huidige ST-waarden weergegeven in een afzonder-
lijk parametervak onder het HF-parametervak.
OPMERKING
In het volgende diagram ziet u een gangbare inde-
ling van een parametervak. De indeling kan veran-
deren als er aanvullende parameters worden
weergegeven. Zie "Parametervakken"
op pagina 51 voor meer informatie.
In parametervakken worden parameterwaarden
gerapporteerd en wordt de alarmstatus van para-
meters aangegeven. In parametervakken kunnen
ook technische omstandigheden zoals losgeraakte
sensoren e.d. worden gerapporteerd. Zie het
hoofdstuk "Probleemoplossing" op pagina 375
voor gedetailleerde informatie over de inhoud
van parametervakken voor elke parameter.
ST complexen doornemen
U kunt alle ST-complexen weergeven of inzoomen
op één complex.
De volgende functies zijn in beide weergaven
beschikbaar:
– Het ISO-punt wijzigen
– Het ST-meetpunt wijzigen
– De QRS-morfologie herleren
– Een referentiecomplex opslaan
– Een ST-rapport aanvragen
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen SW VG2
ECG, aritmie en ST-segment
Het ST-parametervak bevat de volgende
elementen:
A
D
C
A Geselecteerde ST-afleidingslabels
B Bovenste/onderste alarmgrenzen of doorge-
kruiste driehoeksymbolen wanneer alarmen
zijn gedeactiveerd.
C Geselecteerde ST-afwijkingsregels
D Meeteenheden – kunnen worden geacti-
veerd/gedeactiveerd
In alle trends worden wijzigingen in ST-meetpunten
samen met een tijdstempel gemarkeerd met een
doorlopende, witte verticale lijn in de ST-trendgra-
fieken.
A
A
B
C
C
187