Appendix A: Postfix-notatie (RPN) en het Stapelgeheugen
233
De
toets
Indien d (roll down) wordt ingetoetst, worden de getallen in
elk register gekopieerd naar het eronder gelegen register en
het, voordien in het X-register aanwezige, getal gekopieerd
naar het T-register.
Het viermaal intoetsen van d toont de getallen in achtereenvolgens het Y-, Z- en T-register
en plaatst deze terug in het oorspronkelijke register.
Functies met 1 variabele en het stapelgeheugen
Wiskundige functies met één enkele variabele en functies voor het bewerken van getallen
–y, r, °, >, ¡, e, B, Ñ, en T – gebruiken enkel en alleen het
weergegeven X-register. Zodra de toets wordt ingedrukt, wordt de functie uitgevoerd op het
getal in het X-register en het antwoord wordt vervolgens in het X-register geplaatst. Het
stapelgeheugen wordt niet opgeschoven; het voordien in het X-register aanwezige getal
wordt dus niet gekopieerd naar het Y-register maar het wordt echter wel gekopieerd naar
het LAST X register. De getallen in de Y-, Z- en T-registers blijven ongemoeid tijdens het
uitvoeren van een functie met één variabele.