232 Appendix A: Postfix-notatie (RPN) en het Stapelgeheugen
2. Aan de calculator wordt gemeld dat het in het X-register weergegeven getal
compleet is, dat wil zeggen dat de cijferinvoer beëindigd wordt.
Beëindigen van de cijferinvoer
Het eerst ingevoerde cijfer na de beëindiging van de cijferinvoer vervangt het reeds in het
X-register weergegeven getal. De cijferinvoer wordt automatisch beëindigd zodra een
willekeurige toets wordt ingedrukt (met uitzondering van de cijferinvoer toetsen: cijfertoetsen
., Þ, en É en de prefix toetsen f, g, ?, :, en i).
Het opschuiven van het stapelgeheugen (stack lift)
Bij het opschuiven van het stapelgeheugen worden de getallen uit elk register naar het
daarboven gelegen register gekopieerd en het getal dat voorheen aanwezig was in het
T-register gaat verloren. Het getal dat voorheen in het X-register aanwezig was nu in zowel
het X-register als het Y-register aanwezig.
Wanneer een getal wordt ingevoerd in het weergegeven X-register – via het toetsenbord, uit
een opslagregister (met behulp van :), of uit het LAST X register (met behulp van F)
zal gewoonlijk het stapelgeheugen eerst opschuiven. Het stapelgeheugen zal niet
opschuiven indien de laatst gebruikte toets voor het invoeren van een getal, één van de
volgende was: \
, O, _ of ^. Indien één van deze toetsen als laatste ingetoetst
*
werd, dan zal het getal in het weergegeven X-register vervangen worden zodra er een
nieuw getal wordt ingevoerd.
Herschikken van getallen in het stapelgeheugen
De
toets
Het indrukken van ~ verwisselt de getallen in de X en
Y-registers.
Bepaalde functies (Ò, Ï, !, E, V, Ý, #, Ö, v, R, en Q) zetten
de antwoorden in zowel het Y-register als in het weergegeven X-register. De ~ toets
wordt gebruikt voor het weergeven van het tweede berekende getal omdat hij de getallen
uit het Y-register en het weergegeven X-register verwisselt.
Note also that although the stack lifts when \ is pressed, it does not lift when a number is entered
*
after \ is pressed.