9 Technische verwijzingen
Parameternaam
P2-13:Ana uitgang2 functie
P2-14:Ana uitgang2 formaat
P2-24:Schakelfrequentie
P2-35:Ana ingang2 beginwaarde
P2-39:Instellingsvergrendeling
P4-01:Motorbesturingsmode
P4-02:Auto-instellen motor
P4-13: Max pomp cyclus
P4-14: Vliegende starttijd
P4-15: HW vlotter nalooptijd
54
Standaardwaar
Niveau Beschrijving
de
0: Pomp in
2
• 0: Pomp in bedrijf
bedrijf
• 1: Drive status OK
• 2: Op doel snelh.
• 3: Toerental > 0
• 4: Toeren >= limiet
• 5: Stroom >= limiet
• 6: Gereserveerd
• 7: An-inp.2>=limiet
• 8: Toerental
• 9: Stroom
• 10: Gereserveerd
0: 0-10V
2
• 0: 0-10V
• 1: 10-0V
• 2: 0-20mA
• 3: 20-0mA
• 4: 4-20mA
• 5: 20-4mA
Varieert
2
Configureert de effectieve schakelfrequentie voor stroomstadium. De
standaardwaarde hangt af van de grootte van de aandrijving.
Voor meer informatie, zie
0,0%
2
Definieert een afwijking voor de ingang van de analoge niveausensor
op eindklem 10, als een percentage van het volle bereik van de ingang.
Een positieve afwijking wordt afgetrokken van het binnenkomende
analoge signaal en een negatieve afwijking wordt aan het signaal
toegevoegd. Een waarde van +0,3% is een aanbevolen instelling voor
aandrijvingen waarop de niveausensor niet rechtstreeks is aangesloten.
Deze afwijking compenseert de toegevoegde niveauafwijking van
eindklem 10 naar eindklem 8.
0: ontgrendeld 2
Configureert de vergrendeling van de parameters zodat ze niet
gewijzigd kunnen worden.
0: AC
2
Configureert de bedieningsstand van de motor voor verschillende type
motorvector IM-
motoren. Als de motor asynchroon is of een asynchrone, permanente
snelheidsbedie
motor (LSPM) die ook kan starten zonder de frequentieomkeerder, zet
ning
dan de parameter op 0.
0:
2
Configureert het proces van automatisch afstemmen. Zet de parameter
Uitgeschakeld
op 1, autom. afstemmen, om het proces te starten. Deze instelling zorgt
voor betere prestaties van de motor.
30 min
2
Configureert de tijd die verstreken mag worden in de stand auto-
running voordat de pompfrequentie verhoogd wordt van
energiefrequentie tot maximale frequentie met 1 Hz/min om de
pompput te legen en de huidige pompcyclus te beëindigen.
5 s
2
De hoeveelheid tijd die de pomp op maximale frequentie loopt bij elke
start van een pompcyclus. Deze functie wordt gebruikt om de werking
van pompen af te stellen die voorzien zijn van een spoelklep of
sedimenten in leidingen in suspensie te forceren.
10 s
2
De doorlooptijd nadat de hoog-niveau-schakelaar is omgezet.
SRC 311 - SmartRun
Handmatig verlagen
™
Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
(pagina 11).