3. Sluit een draad aan tussen de volgende klemmen:
4. Sluit de sensordraden van de pomp aan:
SRC 311 - SmartRun
™
Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
L1/L L2/N L3
A
Afbeelding 5: Framegrootte 2-3
De aansluitingen moeten worden uitgevoerd om de aandrijvingen in bedrijf te zetten.
a) Sluit klemmen 1 en 12 op beide aandrijvingen aan.
L1/L L2/N L3
Afbeelding 7: Framegrootte 2-3
b) Sluit klemmen 13 en 9 op beide aandrijvingen aan.
L1/L L2/N L3
Afbeelding 9: Framegrootte 2-3
U
V
W
+
B
Afbeelding 6: Framegrootte 4-6
1
12
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
13
U
V
W
+
B
Afbeelding 8: Framegrootte 4-6
9
13
1 2 3 4 5 6 7 8
10 11 12
U
V
W
+
B
Afbeelding 10: Framegrootte 4-6
5 Elektrische installatie
L1
L2
L3
+DC
BR
-DC
U
V
1
12
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
13 14 15 16 17 18
L1
L2
L3
+DC
BR
-DC
U
V
9
13
1
10 11 12
2 3 4 5 6 7 8
14 15 16 17 18
L1
L2
L3
U
V
+DC
BR
-DC
W
W
W
23