Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

NL 
 
 
 
 
Installatie‐ en bedieningsvoorschriften  
Compacte thermische energiemeter
Compacte thermische energiemeter
Compacte thermische energiemeter
  
PolluStat
 Ultrasone thermische energiemeter
DE‐16‐MI004‐PTB025 (MID‐Thermische Energie)  
DE‐16‐M‐PTB‐0097 (nationale Duitse 
toelating) CH‐T2‐18768‐00 (nationale 
Zwitserse toelating) OE18 C340 (nationale 
Oostenrijkse toelating)  
 
 
1 Toepassing en functie  
 
Deze PolluStat
is ontworpen voor de meting van de verbruikte energie in een gesloten verwarmings‐, koude‐ of hybride 
verwarmings‐/koudesysteem.  
  
2 Inhoud van het pakket  
Warmtemeter of thermische energiemeter, bestaande uit een rekenwerk, een debietsensor en twee 
temperatuursensoren, alle permanent met elkaar verbonden  
Installatiekit (afhankelijk van type)  
Installatie‐ en bedieningsvoorschriften:   
Gebruiksaanwijzing "Communicatie‐interfaces PolluStat" (bij meters met een optionele interface)   
Verklaring van overeenstemming  
 
3 Algemene informatie 
Geldige normen voor de toepassing van thermische energiemeters zijn: EN 1434, delen 1 ‐ 6; de Richtlijn 
Meetinstrumenten 2014/32/EU, bijlagen I en bijlage VI (MI‐004); en de relevante nationale verificatieregelgeving.  
Voor de keuze, installatie, inbedrijfstelling, bewaking en onderhoud van het instrument gelden de norm EN 1434 deel 
6, alsmede de keuringsvoorschriften PTB TR K8 + K9 voor Duitsland (en de desbetreffende nationale 
keuringsvoorschriften in andere landen).  
Bij gecombineerde thermische energiemeters heeft het kouderegister geen verificatie. De nationale voorschriften 
voor de verbruiksmeting van koude moeten worden nageleefd.  
De technische voorschriften voor elektrische installaties moeten in acht worden genomen.  
Dit product voldoet aan de eisen van de richtlijn van de Europese Raad inzake elektromagnetische compatibiliteit 
(EMC‐richtlijn) 2014/30/EU.  
Het identificatieplaatje van het instrument en de verzegelingen mogen niet verwijderd of beschadigd worden – anders 
vervallen de garantie en de goedgekeurde toepassing van het instrument!  
Om de meetstabiliteit van de meter te bereiken, is het noodzakelijk dat de waterkwaliteit voldoet aan de eisen van de 
AGFW‐aanbeveling FW‐510 en het document VDI (Vereniging van Duitse Ingenieurs) VDI 2035.  
De thermische energiemeter heeft de fabriek verlaten in overeenstemming met alle toepasselijke 
veiligheidsvoorschriften. Alle onderhouds‐ en reparatiewerkzaamheden dienen alleen te worden uitgevoerd door 
gekwalificeerd en bevoegd technisch personeel.  
Instrumenten met geactiveerde radiofunctie zijn niet toegestaan voor luchtvracht.  
Het juiste installatiepunt in het systeem moet worden gekozen inlaat‐ of uitlaatstroom (zie punt 3.1 "Pictogrammen 
installatiepunt").  
De kabels van de temperatuursensor en de kabel tussen de rekenwerk en de stromingssensor mogen niet geknikt, 
opgerold, verlengd of ingekort worden.  
Gebruik voor het schoonmaken van de thermische energiemeter (alleen indien nodig) een licht vochtige doek.  
Ter bescherming tegen beschadiging en vuil mag de thermische energiemeter alleen direct voor de installatie uit de 
verpakking worden genomen.  
Indien er meer dan één thermische energiemeter in een eenheid wordt geïnstalleerd, moet ervoor worden gezorgd 
dat alle meters dezelfde installatievoorwaarden hebben.  
Pagina 1 van 24 Artikel nr.: 1080619046 2020_07_27 Onderhevig aan technische wijziging! Fouten uitgezonderd.  
 
 
  
  
 
 
  
 
 
  
 
 
NL 

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Xylem PolluStat DE-16-MI004-PTB025

  • Pagina 1 NL          Installatie‐ en bedieningsvoorschriften                Compacte thermische energiemeter   NL  Compacte thermische energiemeter   Compacte thermische energiemeter       PolluStat    Ultrasone thermische energiemeter   DE‐16‐MI004‐PTB025 (MID‐Thermische Energie)   DE‐16‐M‐PTB‐0097 (nationale Duitse  toelating) CH‐T2‐18768‐00 (nationale  Zwitserse toelating) OE18 C340 (nationale  Oostenrijkse toelating)       1 Toepassing en functie     Deze PolluStat is ontworpen voor de meting van de verbruikte energie in een gesloten verwarmings‐, koude‐ of hybride  verwarmings‐/koudesysteem.      2 Inhoud van het pakket   ‐ Warmtemeter of thermische energiemeter, bestaande uit een rekenwerk, een debietsensor en twee ...
  • Pagina 2: Pictogrammen Type Meter (Op Type-Identificatielabel)

    ‐ Alle specificaties en instructies op het gegevensblad en in de toepassingsdocumenten moeten in acht worden  genomen. Nadere informatie kan worden verkregen op www.sensus.com | www.xylem.com.   ‐ De thermische energiemeter heeft een lithium‐metaal‐batterij. Open de batterijen niet, breng ze niet in contact met  water en stel ze niet bloot aan temperaturen boven 80 °C. Laad ze niet op en sluit ze niet kort.   ‐ Instrumenten die zijn vervangen of uitgewisseld, moeten volgens de geldende milieuvoorschriften  worden afgevoerd.   ‐ Het display is gedeactiveerd en kan gedurende twee minuten worden geactiveerd door op de toets te  drukken.   ‐ Energie‐eenheid en installatiepunt (retour / aanvoer) kunnen ter plaatse worden ingesteld, eenmalig, vóór de  inbedrijfstelling, door op de knop te drukken of met behulp van een geschikte configuratiesoftware.       8.2 Pictogrammen installatiepunt   Rechts in het meterscherm in alle informatielussen vindt u een van de volgende twee pictogrammen. Het pictogram geeft aan  in welke leiding de meter moet worden gemonteerd.   Installatie in de retourleiding        Installatie in de aanvoerleiding           8.2 Pictogrammen type meter (op type‐identificatielabel)   Thermische energiemeter (Warmtemeter)            Thermische energiemeter (Koudemeter)           ...
  • Pagina 3: Montage Van De Temperatuursensoren

    5 Afneembaar rekenwerk   Wij leveren ook meters met afneembare calculators, om de montage in nauwe  installatieruimten te vereenvoudigen. Om de calculator los te maken, trekt u hem  voorzichtig omhoog van de flowsensor.      Om het rekenwerk aan de muur te bevestigen, wordt de muursteun gebruikt die op de  adapter van de stromingssensor is geklemd (tussen rekenwerk en stromingssensor).  Verwijder de rekenwerk. Houd de adapter van de flowsensor vast en draai de  muurbevestigingssteun tegen de wijzers van de klok in, totdat u hem kunt losmaken.  Bevestig vervolgens de muursteun op de gewenste plaats met het platte vlak naar de  muur toe.   Let op!   Let bij de installatie op de juiste plaatsing wat betreft de stroming, door te letten op de richtingspijlen op het aansluitstuk  en op de onderkant van de kunststof adapter. Zorg er ook voor dat het blinde gat in de plastic adapter goed is uitgelijnd met  de metalen pen in de binnenbodem van het verbindingsstuk op de stromingsuitlaat. (In zeldzame gevallen is het mogelijk  dat deze pen niet aanwezig is: In dat geval is hij niet nodig voor de installatie).       Wij adviseren altijd om de calculator los te koppelen van de flowsensor.   Het is echter belangrijk op te merken dat het rekenwerk moet worden losgekoppeld voor de volgende versies:   ‐ Thermische energiemeters  PolluStat ‐ hoge temperatuur thermische energiemeteruitvoeringen   (temperatuurbereik tot 130 °C)   PolluStat ‐ hoge temperatuur thermische energiemeteruitvoeringen   (temperatuurbereik tot 120 °C)         8.2 Montage van de temperatuursensoren   Bij de installatie van twee buitentemperatuurvoelers (symmetrisch) moet erop worden gelet dat de (rechter)  temperatuursensor met de volgende tekening in dezelfde leiding wordt gemonteerd als de stromingssensor:        Directe montage (kogelkraan en T‐stuk)        ...
  • Pagina 4 ‐ Open langzaam de afsluitkleppen.   ‐ Controleer of er geen lekken zijn.   Controleer de volgende punten:   ‐ Zijn alle afsluitkleppen open?   ‐ Is de meter van de juiste grootte?   ‐ Is het verwarmingssysteem (verwarming/koeling) schoon (vuilfilters niet verstopt)?   ‐ Is de in de flowsensor geïnstalleerde temperatuursensor correct afgedicht op de flowsensor?   ‐ Komt de richtingspijl op het aansluitstuk/de stromingssensor overeen met de werkelijke stromingsrichting?   ‐ Wordt er een debiet weergegeven?   ‐ Wordt er een plausibel temperatuurverschil weergegeven?     Wanneer de meter naar behoren functioneert, bevestigt u de zegels op de buitentemperatuursensoren en de stroomsensor  (nodig ter bescherming tegen manipulatie).       8 Display   Het rekenwerk heeft een LCD‐scherm met 8 cijfers en speciale tekens. De waarden die kunnen worden weergegeven, zijn  verdeeld over vijf weergave‐lussen. Alle gegevens worden opgevraagd met de drukknop naast het display. Bij de start zit je  automatisch in de hoofdlus (1ste level).   Door de drukknop langer dan 4 seconden in te drukken schakelt u over naar de volgende display loop. Houd de drukknop  ingedrukt totdat u de gewenste informatielus bereikt.   Door de drukknop telkens kort in te drukken kunt u alle informatie binnen een lus scannen.   Nadat de drukknop 2 minuten niet is gebruikt, wordt het display automatisch gedeactiveerd.      Niveau 1 / Hoofdloop:              2) Segmenttest aan/uit  4) Doorstroomd volume m³...
  • Pagina 5         6) Informatiebericht  7) Tariefregister 1:   8) Tariefregister 2:   5) Huidige datum  (afwisselend binaire en  waarde afgewisseld met  waarde afgewisseld met  afgewisseld met tijd   hexadecimale weergave)       tariefregisternr. en criteria   tariefregisternr. en criteria              9) Pulsteller 1:  pulswaarde wisselend        met aflezing    10) Pulsteller 2:   11) Pulsteller 3:  pulswaarde  pulswaarde wisselend  afgewisseld met  met aflezing    aflezing      Tot het einde van de maand / de 15  van de maand (voor de halfjaarlijkse waarden) worden het verbruik en de datum als 0 ...
  • Pagina 6 Niveau 2 / Technicus Loop:               2) Huidige volumestroom in  3) Aanvoertemperatuur in °C   4) Retourtemperatuur in °C   1) Huidig vermogen in kW         m³/h. (Bij negatieve flow  wordt de waarde negatief  weergegeven).                 7) M‐bus adres   5) Temperatuurverschil in   6) Vóór de inbedrijfstelling:    8) Serienummer       K.     (Koude‐energie: Waarde  wordt negatief  weergegeven).   dagen sinds de fabricage     Na aanvang van de ...
  • Pagina 7: Instellingen Loop

    Niveau 4 / Maximale Waarden Loop:                  3) Maximale  1) Maximum voeding   4) Maximale  2) Maximumdebiet  aanvoertemperatuur  retourtemperatuur  afgewisseld met datum   afgewisseld met datum   afgewisseld met datum   afgewisseld met datum   en tijd   en tijd   en tijd   en tijd                  5) Maximale temperatuur   verschil   afgewisseld met datum   en tijd      Level 5 / Instellingen Loop:             1) Instellen   „energie‐eenheid”  ...
  • Pagina 8: Detectie Van Doorstroming

    8.2 Detectie van doorstroming  Zolang de meter enige doorstroming detecteert, verschijnt het volgende pictogram rechtsonder in het LCD‐scherm.   Doorstroming gedetecteerd             Toepassingscondities       PolluStat    Maximaal debiet qs/qp     2:1   Mechanische categorie     M2   Elektromagnetische categorie     E2   Milieucategorie     C   Beschermingsklasse doorstroommeter     IP65   Nominale druk PN   bar   16   Montagepositie     elke, indien er geen vermelding op het typeplaatje is       PolluStat Flowsensor van     Temperatuurbereik gemiddelde warmte   °C  ...
  • Pagina 9 Gebruik een schroevendraaier met een brede punt (4 ‐ 5 mm) en druk voorzichtig in de twee ronde, vooraf bepaalde  breekpunten boven de kabeldoorvoeren (zie foto 1).           Steek vervolgens de schroevendraaier in een van de twee openingen onder een hoek van ca. 45° en beweeg deze voorzichtig  omhoog tot ca. 90° (zie foto 2). Het bovenste deel van de behuizing van het rekenwerk is dan niet meer aan deze kant  vergrendeld. Herhaal dit met de andere opening. Nu kan het bovenste deel van de behuizing worden verwijderd.                                                                             Sluit de interfacemodule aan op de rechterzijde van de PC‐printplaat. De kabels moeten door de meest rechtse  kabeldoorvoeren in het rekenwerk worden geleid nadat de blinde doorvoertules zijn verwijderd. Sluit het rekenwerk.   Bescherm het rekenwerk tegen ongeoorloofd openen met een van de genummerde zelfklevende zegels die bij de modules zijn  gevoegd (plak deze over de verbroken zegel). Het toegevoegde barcode‐etiket kan worden gebruikt voor  documentatiedoeleinden.         ...
  • Pagina 10: De Batterij Vervangen

    10.3 De batterij vervangen   De batterij van de meter kan gemakkelijk worden vervangen door geautoriseerd technisch personeel (alleen onze  vervangingen). Vervangen batterijen moeten worden weggegooid volgens de geldende milieuvoorschriften.   Om de batterij te vervangen, opent u het rekenwerk van de meter zoals hierboven beschreven in 10.2. Verzegel het rekenwerk  naderhand tegen ongeoorloofd openen met een van de genummerde zelfklevende zegels die voor dit doel bij de batterijen zijn  gevoegd (plak deze over de verbroken zegel). Het toegevoegde barcode‐etiket kan worden gebruikt voor administratieve  doeleinden.                                                     10.4 Montage van een voeding   Indien een externe stroomvoorziening nodig is, mag alleen de voeding die voor onze warmtemeter is ontworpen worden  gebruikt.      Om de voeding aan te sluiten, opent u eerst het rekenwerk van de meter zoals hierboven beschreven in 10.2. Verwijder  vervolgens de batterij uit het rekenwerk en sluit de verbinder van de secundaire zijde van de voeding aan op de  batterijaansluiting op de printplaat. Bescherm de voeding tegen ongeoorloofd openen met een van de bijgevoegde  genummerde plakzegels. Het toegevoegde barcode‐etiket kan worden gebruikt voor administratieve doeleinden. (De batterij is  een back‐up in geval van een stroomstoring).   De kabel van de voeding (A) heeft twee connectoren; sluit de ene connector aan op de connector aan de linkerkant van de  printplaat. Voer de kabel vervolgens door de meest linkse kabeldoorvoer van de meter (gezien vanaf de voorkant) nadat u de  blinde doorvoer heeft verwijderd. De andere connector moet in de vrouwelijke connector op de printplaat in het rekenwerk  worden gestoken.      ...
  • Pagina 11    Informatieberichten   Wanneer het instrument een informatiebericht heeft gedetecteerd, wordt het berichtsymbool weergegeven:    De specifieke melding is te vinden onder menupunt 6 "Informatiemelding" op niveau 1 / hoofdloop (zie hoofdstuk 8, Display).  De berichtcode wordt afwisselend in binaire en hexadecimale vorm weergegeven.   Het instrument herkent acht berichtoorzaken, die ook in combinatie met elkaar kunnen voorkomen.      Hexadecimale weergave   Beschrijving  Binaire weergave   H 80   Batterij laag   1 in de eerste plaats   H 40   Het instrument is gereset.   1 in de tweede plek   H 20   Elektronica defect   1 op de derde plek   H 10   Fout in debietmeetsysteem   1 op de vierde plaats   H 08   Temperatuursensor 2 kortsluiting   1 op de vijfde plaats   H 04   Temperatuursensor 2 kabelbreuk   1 op de zesde plaats   H 02   Temperatuursensor 1 kortsluiting   1 op de zevende plaats   H 01   Temperatuursensor 1 kabelbreuk   1 op de achtste plaats   "Temperatuursensor 1" is de rechter temperatuursensor (gezien vanaf de voorkant).          Voorbeeld: Temperatuursensor 1 kabelbreuk   Bericht    ...
  • Pagina 12: Beschrijving Van Het Bericht

    11.1 Beschrijving van het bericht   Display   Bericht   Effect   Mogelijke oorzaak      H 80   Batterij laag   Geen invloed op de berekening   Ongunstige    omgevingsomstandigheden; lange  bedrijfstijd   H 40   Reset   Geen invloed op de berekening   EMC, elektromagnetische interferentie       H 20   Elektronica defect   Er worden geen energieberekeningen  Defect onderdeel, defect op de    printplaat van het rekenwerk   uitgevoerd. Het register voor energie     wordt niet bijgewerkt (er worden geen  nieuwe gegevens opgeslagen).   H 10   Fout in debietmeetsysteem   Er worden geen berekeningen  Verbindingskabel tussen de  ...
  • Pagina 13: Aanvullende Technische Specificaties

    1.2 M‐Bus (optioneel)                           De M‐Bus is een galvanisch gescheiden interface voor de overdracht van metergegevens  (absolute waarden).       Algemene informatie over de M‐Bus interface:   Het is belangrijk op te merken dat de erkende stand van de techniekregels en de relevante  wettelijke beperkingen (internationaal en plaatselijk; zie "Relevante Normen / Normen /  Literatuur M‐Bus") in acht moeten worden genomen.   De installatie moet worden uitgevoerd door bevoegde, vakbekwame personen.   Indien de voorschriften en de informatie in de montage‐ en gebruikshandleiding niet strikt  worden opgevolgd, of indien de installatie ondeugdelijk blijkt te zijn, zullen de daaruit  voortvloeiende kosten in rekening worden gebracht aan het bedrijf dat verantwoordelijk is  voor de installatie.      Aanbevolen type kabel: Telefoonkabel J‐Y(ST)Y 2x2x0,8mm².   Het is belangrijk ervoor te zorgen dat de componenten van het M‐Bus netwerk (kabellengten en ‐doorsneden) geschikt is voor  de baudrate (2400 Bd) van de eindinstrumenten.        1.2.1 Relevante normen / standaarden / literatuur M‐Bus   IEC 60364‐4‐41 (2018‐02)   Elektrische laagspanningsinstallaties ‐ Deel 4‐41: Bescherming voor de veiligheid ‐  Bescherming tegen elektrische schok   IEC 60364‐4‐44 (2018‐01)   Elektrische laagspanningsinstallaties ‐ Deel 4‐44: Bescherming voor de veiligheid ‐  Bescherming tegen spanningsstoringen en elektromagnetische storingen   IEC 60364‐5‐51 (2005‐04)   Elektrische installaties van gebouwen ‐ Deel 5‐51: Selectie en installatie van  elektrisch materiaal ‐ Gemeenschappelijke regels   IEC 60364‐5‐54 (2011‐03)   Laagspanningsinstallaties ‐ Deel 5‐54: Keuze en installatie van elektrisch materiaal ‐ ...
  • Pagina 14: Technische Gegevens Radio

    1.3 Radio‐interface draadloos M‐Bus EN 13757‐3, ‐4 (optioneel)            De radio‐interface is voor de transmissie van metergegevens (absolute waarden).      Algemene informatie over de radio‐interface:   De installatie van radiocomponenten tussen of achter verwarmingsbuizen, of de  aanwezigheid van andere volumineuze metalen obstakels direct boven of voor de behuizing,  moet worden vermeden.   De transmissiekwaliteit (bereik, verwerking van telegrammen) van radiocomponenten kan  negatief worden beïnvloed door instrumenten of apparatuur met elektromagnetische  emissies, zoals telefoons (met name LTE mobiele radionorm), wifirouters, babyfoons,  afstandsbedieningen, elektromotoren, enz.   Bovendien heeft de constructie van het gebouw een sterke invloed op het zendbereik en de  dekking. Verder moeten bij gebruik van installatiekasten (onderstations) deze voorzien zijn  van niet‐metalen deksels of deuren.      De fabrieksinstelling van de klok in de meter is standaard (winter) Centraal Europese Tijd (GMT +1). Er is geen automatische  omschakeling naar zomertijd.   De radiofunctie is gedeactiveerd bij levering (fabrieksinstelling). Zie hoofdstuk "Activering van de radio‐interface".      1.3.1 Technische gegevens radio   Frequentie   868 MHz   Transmissievermogen   tot 12 dBm   Protocol   draadloze M‐Bus gebaseerd op EN 13757‐3, ‐4   Selecteerbare modi   S1 / T1 / C1   Telegrammen   ‐ kort telegram in overeenstemming met AMR (OMS‐Spec_Vol2_Primary_v301 en _v402):   energie (warmte‐/koude‐energie, pulsingang 1 tot pulsingang 3), totaal volume, debiet,  vermogen, informatiemelding, uitstroomtemperatuur, temperatuurverschil   ‐ lang telegram voor walk‐by uitlezing: energie (warmte‐/koude‐energie, pulsingang 1 tot  pulsingang 3), totaal volume, informatiemelding, 15 maandelijkse of 30 halfjaarlijkse  waarden (compacte modus)   Encryptie  ...
  • Pagina 15: Activering Van De Radio-Interface

    1.3.3 Activering van de radio‐interface  De radio‐interface is niet geactiveerd af‐fabriek. Deze kan als volgt worden  geactiveerd:   a) De radiofunctie kan worden geactiveerd door op de drukknop te drukken.   Druk de drukknop in totdat u naar de display loop "6" (module loop) gaat. Verander dan met een korte toetsaanslag naar het  2e item "rad(io) off" (zie afbeelding).   Om de bewerkingsmodus te starten moet u nadien de drukknop   nog een keer voor 2‐3 seconden ingedrukt houden. Als hulp verschijnt na 2 seconden het  symbool van de "editing pen" linksonder in het LCD‐scherm. Zodra deze verschijnt moet  je de  knop   loslaten. Nu toont het display "rad(io) on" en in alle display loops een zwarte driehoek  (zie  afbeelding).      b) De radiofunctie kan ook worden geactiveerd met een geschikte  configuratiesoftware. Deze software kan afzonderlijk als optie worden besteld.      De radiofunctie kan alleen worden gedeactiveerd met de geschikte configuratiesoftware.     Na activering van de radiofunctie of wijziging van de radioparameters blijft de meter gedurende 60 minuten in de  installatiemodus. Gedurende deze tijd verstuurt de meter telegrammen in een 36‐seconden‐interval.      Bij gebruik van de compacte modus zendt de meter na activering in de installatiemodus afwisselend formaattelegrammen en  compacte telegrammen.   Tijdens de installatiemodus moet ten minste één meter van de geïnstalleerde versie (aanvoer‐ of retourdebiet, warmte of  warmte/koude, pulsingangen, display‐eenheden) worden uitgelezen met een uitleessoftware. Het formaat van het telegram  wordt lokaal in de PC opgeslagen in een .xml‐bestand.   Na voltooiing van de installatiemodus worden alleen nog compacte telegrammen verzonden.      1.3.4 Latere activering van de radio‐encryptie   De AES‐encryptie kan ook later worden geactiveerd. De encryptie kan als volgt  worden geactiveerd: a) De encryptie kan worden geactiveerd door op de  drukknop te drukken.   Druk de drukknop in totdat u naar de display loop "6" (module loop) gaat. Verander dan met een korte toetsaanslag naar het  3e item "AES off" (zie afbeelding).   Om de bewerkingsmodus te starten moet u nadien de drukknop nog eens 2‐3 seconden  indrukken. Als hulp verschijnt na 2 seconden het symbool van de "editing pen"  linksonder in het LCD‐scherm. Zodra deze verschijnt, moet de knop worden losgelaten.  Op het scherm verschijnt nu "AES on" (zie afbeelding).     ...
  • Pagina 16: Technische Gegevens Pulsingangen

    IEC 60364‐5‐54 (2011‐03)   Laagspanningsinstallaties ‐ Deel 5‐54: Keuze en installatie van elektrisch materiaal ‐  Aardingsinrichtingen en beschermingsgeleiders   EN 50310 (2020)   Toepassing van potentiaalvereffening en aarding in gebouwen met  informatietechnologieapparatuur   EN 1434‐2 (2019)   Thermische energiemeters ‐ Deel 2: Constructieve eisen        1.4.2 Technische gegevens pulsingangen   Pulsingangsklasse   IB volgens EN 1434‐2:2019   Lengte aansluitkabel   1 m   Spanningsbron   + 3 V DC   Voedingsstroom   = 1,5 µA   Hoog niveau ingangsdrempel   U ≥ 2 V   Laag niveau ingangsdrempel   U ≤ 0,5 V   Pull‐up resistor   2 MΩ   Pulslengte   ≥ 100 ms   Pulsfrequentie   ≤ 5 Hz      1.4.3 Mogelijke combinaties van de verschillende ingangs‐ (klasse IB) en uitgangsapparatuur (klasse OA)      Klasse IA   Klasse IB   Klasse IC   Klasse ID   Klasse IE    ...
  • Pagina 17: Pinbezettingen 6-Draads Kabel

    1.4.6 Pinbezettingen 6‐draads kabel   Kleur  Verbinding  Roze   IE1+   Grijs   IE1┴   Geel   IE2+   Groen   IE2┴   Bruin   IE3+   Wit   IE3┴      1.5 Een potentiaalvrije pulsuitgang (optioneel)   De potentiaalvrije pulsuitgang zorgt voor het tellen van pulsen van de meter.   De pulsuitgang sluit overeenkomstig de pulswaarde, zie item "pulswaarde pulsuitgang 1" in  display‐lus "6" (modulelus).            Thermische  Thermische  Thermische  energiemeter  energiemeter  energiemeter   (Warmtemeter)   (Koudemeter)   Mogelijke  warmte‐energie   koude‐energie  warmte‐energie   instellingen  (fabrieksinstelling)  (fabrieksinstelling)  (fabrieksinstelling)  Vanaf  pulsuitgang 1  ...
  • Pagina 18: Technische Gegevens Voor Één Pulsuitgang En Twee Pulsuitgangen

    1.5.2 Technische gegevens voor één pulsuitgang en twee pulsuitgangen   Klasse pulsuitgangen   OA (elektronische schakelaar) volgens EN 1434‐2:2016   Lengte aansluitkabel   1 m   Schakelspanning, maximaal   30 V   Schakelstroom, maximaal   27 mA   Contactweerstand (aan) max.   74 Ω   Contactweerstand (uit) min.   6 MΩ   Sluitingstijd   100 ms   Interval tussen pulsen   100 ms      1.6 Twee potentiaalvrije pulsuitgangen (optioneel)              De potentiaalvrije pulsuitgangen zorgen voor het tellen van pulsen van de meter.   De pulsuitgangen sluiten overeenkomstig de pulswaarde, zie items "pulswaarde pulsuitgang 1"  en "pulswaarde pulsuitgang 2" in display‐lus "6" (modulelus).      Thermische  Thermische  Thermische  energiemeter  energiemeter  energiemeter   (Warmtemeter)   (Koudemeter)   Puls‐uitgang 1   warmte‐energie   koude‐energie   warmte‐energie   Puls‐uitgang 2   volume  ...
  • Pagina 19 Om een dergelijke meter achteraf van een extra communicatie‐interface te voorzien, moet de verzegeling van het rekenwerk  worden verbroken en het rekenwerk van het toestel worden geopend. Gebruik een schroevendraaier met een brede punt (4 ‐  5 mm) en druk voorzichtig in de twee ronde, vooraf bepaalde breekpunten boven de kabeldoorvoeren (zie foto 1).         Steek vervolgens de schroevendraaier in een van de twee openingen onder een hoek van ca. 45° en beweeg deze voorzichtig  omhoog tot ca. 90° (zie foto 2). Het bovenste deel van de behuizing van het rekenwerk is dan niet meer aan deze kant  vergrendeld. Herhaal dit met de andere opening. Nu kan het bovenste deel van de behuizing worden verwijderd.                                                                                       Pagina 19 van 24 Artikel nr.: 1080619046 2020_07_27 Onderhevig aan technische wijziging! Fouten uitgezonderd.      ...
  • Pagina 20 Steek de interfacemodule op de rechterkant van de PC‐printplaat (zie foto 3). De kabels moeten door de meest rechtse  kabeldoorvoeren in het rekenwerk worden geleid nadat de blinde doorvoertules zijn verwijderd. Sluit het rekenwerk.   Bescherm het rekenwerk tegen ongeoorloofd openen met een van de genummerde zelfklevende zegels die bij de modules zijn  gevoegd (plak deze over de verbroken zegel). Het toegevoegde barcode‐etiket kan worden gebruikt voor administratieve  doeleinden.                                                              Om een module te verwijderen moet het bovenste behuizingsdeel voorzichtig tegen het achterpaneel van het onderste  behuizingsdeel worden gedrukt tijdens het openen van het rekenwerk. De twee achterste kliksluitingen van het bovenste  behuizingsdeel hef je zo uit de module van de PC‐printplaat (zie afbeelding 4).              Pagina 20 van 24 Artikel nr.: 1080619046 2020_07_27 Onderhevig aan technische wijziging! Fouten uitgezonderd.      ...
  • Pagina 21 3 Weergave in de modulelus (Optioneel)       Niveau 6 / Module Loop:               1) Weergave van ingeplugde  module (alternatief):   of:      = draadloze M‐Bus +  3 pulsingangen;   = M‐Bus + 3     pulsingangen;   3) Display afhankelijk van  = 2 puls‐uitgangen   aangesloten module en  of:   setup: radio encryptie (AES)  uit; radio encryptie (AES)  aan; puls waarde puls     uitgang 2   2) Weergave afhankelijk van    aangesloten module en  setup:   radio uit; radio  aan;   pulswaarde pulsuitgang 1               ...
  • Pagina 22                                                                                             ...
  • Pagina 23                  Fabbricante/ Manufacturer/ Fabricant/ Producent   Engelmann Sensor GmbH Rudolf‐Diesel‐Str.    24‐28    69168 Wiesloch‐Baiertal  Duitsland       Pagina 23 van 24 Artikel nr.: 1080619046 2020_07_27 Onderhevig aan technische wijziging! Fouten uitgezonderd.      ...
  • Pagina 24   Sensus/Xylem EMEA & AP Sales Contactgegevens      EMEA Locaties  Asia Pacific Locaties  Algerije  Marokko  China  Sensus Metering Systems (Fuzhou)  Sensus SPA  Sensus Maroc S.A.  Co., Ltd.  B.P. 02 Route de Batna  23 Lot Beau fruit II  #4 & #5 Building Tieling North Road  El‐Eulma‐ Wilaya de Sétif, Algerije  Zone industrielle  Economic and Technological  P: +213‐36‐8749‐72  12013 Ain Atiq, Maroc  Development Zone    P: +212‐538‐02‐32‐50 or ‐567  Minhou, Fuzhou. 350101, P‐R. China    Tsjechische Republiek  P: 86‐591‐2206‐676    Sensus Česká republika spol. s r.o.  Polen  India  Walterovo náměstí 329/3  Sensus Polska Sp. z o.o.  158 Prague 5 – Jinonice, Tsjechische  Xylem Water Solutions India Pvt. Ltd. ‐  Torun, Polen 87‐100  Republiek  Mumbai  P: +420 608710211 ...

Inhoudsopgave