NL
Installatie‐ en bedieningsvoorschriften
Compacte thermische energiemeter
Compacte thermische energiemeter
Compacte thermische energiemeter
PolluStat
Ultrasone thermische energiemeter
DE‐16‐MI004‐PTB025 (MID‐Thermische Energie)
DE‐16‐M‐PTB‐0097 (nationale Duitse
toelating) CH‐T2‐18768‐00 (nationale
Zwitserse toelating) OE18 C340 (nationale
Oostenrijkse toelating)
1 Toepassing en functie
Deze PolluStat
is ontworpen voor de meting van de verbruikte energie in een gesloten verwarmings‐, koude‐ of hybride
verwarmings‐/koudesysteem.
2 Inhoud van het pakket
‐
Warmtemeter of thermische energiemeter, bestaande uit een rekenwerk, een debietsensor en twee
temperatuursensoren, alle permanent met elkaar verbonden
‐
Installatiekit (afhankelijk van type)
‐
Installatie‐ en bedieningsvoorschriften:
•
Gebruiksaanwijzing "Communicatie‐interfaces PolluStat" (bij meters met een optionele interface)
•
Verklaring van overeenstemming
3 Algemene informatie
‐
Geldige normen voor de toepassing van thermische energiemeters zijn: EN 1434, delen 1 ‐ 6; de Richtlijn
Meetinstrumenten 2014/32/EU, bijlagen I en bijlage VI (MI‐004); en de relevante nationale verificatieregelgeving.
‐
Voor de keuze, installatie, inbedrijfstelling, bewaking en onderhoud van het instrument gelden de norm EN 1434 deel
6, alsmede de keuringsvoorschriften PTB TR K8 + K9 voor Duitsland (en de desbetreffende nationale
keuringsvoorschriften in andere landen).
‐
Bij gecombineerde thermische energiemeters heeft het kouderegister geen verificatie. De nationale voorschriften
voor de verbruiksmeting van koude moeten worden nageleefd.
‐
De technische voorschriften voor elektrische installaties moeten in acht worden genomen.
‐
Dit product voldoet aan de eisen van de richtlijn van de Europese Raad inzake elektromagnetische compatibiliteit
(EMC‐richtlijn) 2014/30/EU.
‐
Het identificatieplaatje van het instrument en de verzegelingen mogen niet verwijderd of beschadigd worden – anders
vervallen de garantie en de goedgekeurde toepassing van het instrument!
‐
Om de meetstabiliteit van de meter te bereiken, is het noodzakelijk dat de waterkwaliteit voldoet aan de eisen van de
AGFW‐aanbeveling FW‐510 en het document VDI (Vereniging van Duitse Ingenieurs) VDI 2035.
‐
De thermische energiemeter heeft de fabriek verlaten in overeenstemming met alle toepasselijke
veiligheidsvoorschriften. Alle onderhouds‐ en reparatiewerkzaamheden dienen alleen te worden uitgevoerd door
gekwalificeerd en bevoegd technisch personeel.
‐
Instrumenten met geactiveerde radiofunctie zijn niet toegestaan voor luchtvracht.
‐
Het juiste installatiepunt in het systeem moet worden gekozen inlaat‐ of uitlaatstroom (zie punt 3.1 "Pictogrammen
installatiepunt").
‐
De kabels van de temperatuursensor en de kabel tussen de rekenwerk en de stromingssensor mogen niet geknikt,
opgerold, verlengd of ingekort worden.
‐
Gebruik voor het schoonmaken van de thermische energiemeter (alleen indien nodig) een licht vochtige doek.
‐
Ter bescherming tegen beschadiging en vuil mag de thermische energiemeter alleen direct voor de installatie uit de
verpakking worden genomen.
‐
Indien er meer dan één thermische energiemeter in een eenheid wordt geïnstalleerd, moet ervoor worden gezorgd
dat alle meters dezelfde installatievoorwaarden hebben.
Pagina 1 van 24 Artikel nr.: 1080619046 2020_07_27 Onderhevig aan technische wijziging! Fouten uitgezonderd.
NL