1. Installeer de eerste twee pompen en aandrijvingen conform de instructies in
2. Sluit de stroomkabels aan op de derde aandrijving.
3. Sluit de stroom- en sensorkabels aan op de derde pomp.
4. Sluit de kabels van de niveausensor van aandrijving 1 en 2 aan.
Control Terminal Unit 1
Relay Terminal Unit 1
7
9
10 11 12 13
1
2
3
4
5
6
8
5.7.4 Een optionele module installeren
Zorg dat de module goed geïnstalleerd is voordat u de aandrijving aanzet.
1. Verwijder de plastic beschermkap.
2. Steek de module in de module-aansluiting.
3. Verwijder de dop van het eindblok.
4. Verbind de draden.
5. Zet de dop van het nieuwe eindblok vast.
5.7.5 Bedradingsvoorbeelden van relaiscontacten
De volgende afbeeldingen tonen voorbeelden van hoe een A-som-alarm en
pompstartrelais geïnstalleerd moeten worden. Voor deze voorbeelden moeten de
parameters P6-19:Relais uitgang1 en P6-20:Relais uitgang2 gebruikt worden met hun
standaardinstellingen.
Tabel 7: Relaisconfiguratie
Relais
Relais 1
Relais 2
SRC 311 - SmartRun
™
Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
systeem met twee pompen installeren
a) Sluit aansluiting 8 van aandrijving 3 op aansluiting 10 van aandrijving 2 aan.
b) Sluit aansluiting 7 van aandrijving 2 op aansluiting 7 van aandrijving 3 aan.
Gebruik de afgeschermde draad/signaal aarde (massa) van de gezamenlijke
communicatiekabel.
c) Sluit het signaal van de niveauschakelaar aan vanaf aandrijving 1.
d) Sluit aansluiting 4 van aandrijving 2 op aansluiting 4 van aandrijving 3 aan.
Control Terminal Unit 3
14 15 16 17 18
1
2
3
4
5
6
(pagina 21).
Relay Terminal Unit 3
7
9
10 11 12 13
8
14 15 16 17 18
Configuratie
A-som-alarm
Startsignaal
5 Elektrische installatie
Control Terminal Unit 2
Relay Terminal Unit 2
7
9
10 11 12 13
1
2
3
4
5
6
8
Een
14 15 16 17 18
29