Informatie op het
instrumentenpaneel
Wanneer het contact wordt aangezet, wordt de
status van de transmissie op het instrumentenpaneel
weergegeven:
P
Parkeren
R
Achteruitversnelling
N
Neutraalstand
D1...8
Automatisch geselecteerde versnelling
vooruit
B1...8
Automatisch geselecteerde versnelling
vooruit met de functie regeneratief remmen
ingeschakeld
M1...8 Handmatig geselecteerde versnelling
vooruit
Bij volledig elektrisch rijden wordt de ingeschakelde
versnelling niet aangegeven.
Bij het afzetten van het contact wordt de stand van
de transmissie nog enkele seconden weergegeven
op het instrumentenpaneel.
Werking
Alleen de verzoeken voor het veranderen van
de stand die correct uitvoerbaar zijn, worden
uitgevoerd.
Als de motor draait en het rempedaal moet worden
ingetrapt om de stand te kunnen wijzigen, wordt een
waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel
weergegeven.
Als bij draaiende motor en vrijgezette
parkeerrem stand R, D of M wordt
geselecteerd, zet de auto zich in beweging
zonder dat u het gaspedaal hoeft in te trappen.
Trap nooit tegelijkertijd op het gas- en het
rempedaal. Hierdoor kan de transmissie worden
beschadigd!
Als u het bestuurdersportier opent terwijl
stand N is ingeschakeld, dan klinkt er een
geluidssignaal en wordt stand P geselecteerd.
Het geluidssignaal stopt wanneer het
bestuurdersportier is gesloten.
Als de snelheid lager dan 5 km/h wordt en
het bestuurdersportier wordt geopend, dan
wordt stand P geselecteerd - risico van plotseling
remmen!
Plaats bij een lege accu altijd het (de) met
het boordgereedschap meegeleverde
wielblok(ken) tegen een van de wielen om de
auto op zijn plaats te houden.
Bijzonderheden van de automatische
stand
De transmissie selecteert de versnelling die
de beste prestaties levert op basis van de
omgevingstemperatuur, het wegprofiel, de belading
van de auto en de rijstijl.
Trap voor een maximale acceleratie het gaspedaal
volledig in (kickdown). De transmissie schakelt
automatisch terug of handhaaft de ingeschakelde
versnelling totdat de motor het maximumtoerental
bereikt.
Met de schakelflippers kan de bestuurder tijdelijk zelf
schakelen als de rijsnelheid en het motortoerental
dit toelaten.
Bijzonderheden van de handbediende
stand
De transmissie schakelt alleen een andere
versnelling in als de wagensnelheid en het
motortoerental dit toelaten.
Regeneratief remmen (remfunctie)
De functie voor regeneratief remmen bootst het
afremmen op de motor na en laat de auto afremmen
zonder dat de bestuurder het rempedaal hoeft in
te trappen. Wanneer de bestuurder het gaspedaal
loslaat, vertraagt de auto sneller.
De energie die wordt teruggewonnen bij het
loslaten van het gaspedaal wordt gebruikt om de
tractiebatterij gedeeltelijk op te laden.
Het gedeeltelijk opladen heeft geen effect
op het aangegeven laadniveau.
De auto remt af, maar de remlichten gaan
niet branden.
► Druk vanuit stand D op toets B om de functie in
of uit te schakelen.
D op het instrumentenpaneel wordt vervangen door
B.
Rijden
6
95