Praktische informatie
► Draai de vuldop naar links, verwijder deze en
plaats deze in de houder op de vulklep (afhankelijk
van de uitvoering).
► Steek het vulpistool tot de aanslag in de
vulopening voordat u het vulpistool inknijpt (om
spatten te voorkomen).
► Vul de brandstoftank.
Laat het vulpistool niet vaker dan 3keer afslaan,
aangezien er anders storingen kunnen optreden.
► Plaats de vuldop terug en draai deze naar rechts
(afhankelijk van de uitvoering).
► Druk de brandstofvulklep dicht.
Uw auto is voorzien van een katalysator die de
hoeveelheid schadelijke stoffen in de uitlaatgassen
vermindert.
Bij benzinemotoren mag uitsluitend loodvrije
benzine worden gebruikt.
Door de smallere vulpijp kan er alleen loodvrije
benzine worden getankt.
Als u per ongeluk verkeerde brandstof
voor de auto tankt, moet de
brandstoftank eerst worden afgetapt en weer
worden gevuld met de correcte brandstof
voordat de motor kan worden gestart.
144
Plug-in hybridesysteem
Elektrisch systeem
Het elektrische circuit van het plug-in
hybridesysteem is te herkennen aan de oranje
kabels. De componenten ervan zijn gemarkeerd met
het volgende symbool:
Het plug-in hybridesysteem gebruikt een
spanning van 240 tot 400 V. Het systeem
kan heet zijn als het contact is aangezet en vlak
nadat het is uitgeschakeld. Neem de
waarschuwingsmeldingen op labels in acht,
vooral op het klepje van de laadaansluiting.
Spanning van een hoogspanningssysteem
is gevaarlijk en kan brandwonden of ander
letsel en zelfs een dodelijke elektrische schok
veroorzaken.
Schade aan hoogspanningscomponenten is
niet zichtbaar en daarom raadt CITROËN het
volgende aan:
– Raak de componenten niet aan, beschadigd
en onbeschadigd, en zorg dat sieraden of andere
metalen voorwerpen niet in aanraking komen met
deze componenten.
– Werk nooit aan de oranje
hoogspanningskabels of aan andere
hoogspanningscomponenten die zijn gemarkeerd
met het label Elektrische risico. Werkzaamheden
aan het hoogspanningssysteem moeten worden
uitgevoerd door gekwalificeerde personen in
gekwalificeerde werkplaatsen, die toestemming
hebben om deze werkzaamheden uit te voeren.
– De oranje hoogspanningskabels mogen nooit
worden beschadigd, aangepast of verwijderd, of
losgekoppeld van het hoogspanningsnetwerk.
– De klep van de tractiebatterij mag nooit worden
geopend, aangepast of verwijderd.
– Werk nooit met snij- of vormgereedschap,
of warmtebronnen in de buurt van
hoogspanningscomponenten en -kabels.
Wanneer het vloeistofniveau in het koelreservoir
laag is, mag het alleen worden bijgevuld in een
gekwalificeerde werkplaats door opgeleide
mensen, waarbij moet worden gecontroleerd of
de tractiebatterij niet lekt.
Werkzaamheden aan het hoogspanningssysteem
moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerde
personen in gekwalificeerde werkplaatsen, die
toestemming hebben om deze werkzaamheden
uit te voeren.
Schade aan de auto of de tractiebatterij kan
leiden tot lekkage van giftige gassen of vloeistof,
direct of later. CITROËN raadt het volgende aan:
– Bij een incident moet u altijd bij de brandweer
en nooddiensten melden dat de auto is voorzien
van een tractiebatterij.