Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Airconditioning Aan / Uit; Maximale Stand Van De Airconditioning; Luchtrecirculatie In Het Interieur; Ontwasemen - Ontdooien Voorruit En Voorste Zijruiten - CITROEN C5 X Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

Ergonomie en comfort
Clean Air-functie
Deze functie gebruikt een
interieurluchtkwaliteitssensor en detecteert fijnstof
(bijvoorbeeld sigarettenrook).
De luchtrecirculatie zorgt ervoor dat de lucht in het
interieur binnen slechts een paar minuten wordt
gezuiverd door de lucht door een interieurfilter te
laten stromen.
Neem contact op met een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats om het interieurfilter te
laten vervangen wanneer de luchtkwaliteit lijkt te zijn
verminderd.

Airconditioning aan / uit

De airconditioning werkt in elk seizoen goed, mits de
ruiten zijn gesloten.
Het systeem verlaagt 's zomers de temperatuur in
het interieur.
Het systeem zorgt er in de winter voor dat de ruiten
bij temperaturen hoger dan 3 °C sneller worden
ontwasemd.
► Druk op knop 1 om de airconditioning in of uit te
schakelen.
Wanneer het systeem is ingeschakeld, gaat het
controlelampje in de toets branden.
De airconditioning werkt niet als de
luchtstroom is uitgeschakeld.
U kunt de luchtrecirculatie korte tijd inschakelen
om de lucht sneller af te koelen. Schakel daarna
de toevoer van buitenlucht weer in.
Het uitschakelen van de airconditioning kan
negatieve effecten hebben (vocht, condens).
52
Maximale stand van de
airconditioning
Deze functie stelt automatisch de temperatuur op
de laagste stand in, stuurt de luchtverdeling naar de
middelste ventilatieroosters en zijventilatieroosters,
stelt de luchtstroom in op maximaal en schakelt de
luchtrecirculatie in het interieur in.
► Druk op knop 2 om de functie in of uit te
schakelen (het controlelampje gaat aan / uit).
Als de functie wordt uitgeschakeld, keert het
systeem terug naar de instellingen van vóór de
inschakeling.
Luchtrecirculatie in het
interieur
De toevoer van buitenlucht voorkomt dat de voorruit
en zijruiten beslaan.
Wanneer de interieurlucht wordt gerecirculeerd,
wordt het interieur beschermd tegen luchtjes en
vervuilende stoffen van buitenaf en kan de gewenste
binnentemperatuur sneller worden bereikt.
► Druk op deze toets om de functie in of uit
te schakelen (bevestigd door branden /
doven van het controlelampje).
De functie wordt automatisch ingeschakeld
wanneer de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.
Ontwasemen - ontdooien
voorruit en voorste zijruiten
Selecteer dit programma om de voor- en zijruiten
snel te ontwasemen of te ontdooien.
► Druk op deze toets om de functie in of uit
te schakelen (bevestigd door branden /
doven van het controlelampje).
Het regelt automatisch de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering), de luchtstroom en de
luchttoevoer, en zorgt voor een optimale verdeling
van de lucht naar de voorruit en zijruiten.
U kunt de luchtstroom handmatig aanpassen zonder
de modus uit te schakelen.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem is
de STOP-stand niet beschikbaar zolang de
ontwaseming in werking is.
Onder winterse omstandigheden moet u alle
sneeuw en ijs van de voorruit bij de camera
verwijderen voordat u wegrijdt.
Anders kan de werking van de apparatuur die de
camera gebruiken negatief worden beïnvloed.

Achterruitverwarming

Het ontwasemen / ontdooien werkt alleen als de
motor draait.
Daarnaast worden de buitenspiegels ontwasemd /
ontdooid.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave