Bediening
Bedieningsconcept via ISOBUS
Asbesturing naar rechts.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de asbesturing.
Asbesturing analoog.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de asbesturing.
Automatische detectie asmidden.
Als de functie wordt ingedrukt, wordt de automatische detectie asmidden geactiveerd.
Bij nogmaals indrukken wordt de automatische detectie asmidden gedeactiveerd.
Machine naar links kantelen.
Zolang de functie wordt ingedrukt, verandert de kanteling van de machine.
Machine naar rechts kantelen.
Zolang de functie wordt ingedrukt, verandert de kanteling van de machine.
Machine analoog kantelen.
Zolang de functie wordt ingedrukt, verandert de kanteling van de machine.
Automatische hellingcompensatie.
Als de functie wordt ingedrukt, wordt de automatische hellingcompensatie geactiveerd.
Bij nogmaals indrukken wordt de automatische hellingcompensatie gedeactiveerd.
Veldbegin.
Activeert de functie voor veldbegin.
Veldeinde.
Activeert de functie voor veldeinde.
Rooidiepte vlakker.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de rooidiepte aan beide kanten.
Rooidiepte dieper.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de rooidiepte aan beide kanten.
Opname heffen/neerlaten analoog.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de opname.
Opname heffen.
Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de opname.
98 / 494