6.16.2
Wegen
Houd rekening met de volgende punten om een zo optimaal mogelijk weegresultaat te
bereiken:
– De bunker regelmatig reinigen. Wanneer de toestand van de ondergrond daarom
vraagt, zelfs meerdere keren per dag reinigen.
– Tijdens het wegen moet goed op de gesteldheid van de ondergrond worden gelet.
Er moet altijd op een effen ondergrond en in stilstand worden gewogen. Daarbij
moet de hellingcompensatie van de machine horizontaal worden geplaatst.
– Vuilresten op de bunker zijn van grote invloed op het weegresultaat. Voer daarom
regelmatig een nulstelling
zeer kleverige grond raden we aan om de nulstelling bij elke 3de tot 5de wissel van
het afvoervoertuig door te voeren. Een nulstelling is noodzakelijk omdat anders de
hoeveelheid vuil in de bunker regelmatig wordt meegewogen.
Zodra de hoeveelheid vuil in de bunker verandert, moet een nieuwe nulstelling wor-
den uitgevoerd. Ervaring heeft ons geleerd dat het niet regelmatig uitvoeren van
een nulstelling de belangrijkste oorzaak is van verkeerde weegresultaten.
– Wanneer ondanks regelmatige nulstellingen toch weegfouten voorkomen, moet het
weegsysteem opnieuw worden gekalibreerd
OPMERKING
Om het wegen te kunnen starten, moet de machine eerst hebben gerooid.
Na afloop van het wegen moet de bunker volledig worden geleegd.
Als u dat niet doet, is het niet mogelijk nog een keer te wegen.
(Zie Pagina
330) uit. Bij sterk vervuilde aardappelen of
(Zie Pagina
Bediening
Bunkerweegsysteem (optie)
331).
327 / 494