Bediening
Besturing
6.8.2.1
Disselbesturing
(1)
De stand van de disselbesturing wordt bewaakt door een sensor (1). De disselbestu-
ring heeft 4 basisstanden.
In de stand Rijden op de openbare weg is de dissel zover naar binnen gedraaid, dat
de dissel in het midden van het spoor van de machine staat en na het starten van de
bedrijfsmodus "Straat" niet meer kan bewegen. Om de positie aan te sturen, moet de
bunker/overlaadbunker worden ingeklapt om vervolgens met de mini-joystick op het
bedieningselemen Rooien of met de AUX-N-functies op het "Bedieningselement zelf
toewijsbaar" de dissel volledig naar binnen te draaien. De dissel draait naar binnen tot
aan de straatstandpositie.
In de stand Wendakker wordt de dissel bijna recht op één lijn met het hoofdframe uit-
gelijnd. Door op de knopt Veldeinde te drukken wordt de positie aangestuurd. Alleen
op deze manier kan de bunker van de bunkermachine worden getild.
In de doorrooistand is de dissel volledig uitgedraaid.
In de stand Rooien is de dissel zover naar buiten gedraaid, dat het zeefkanaal naast
de tractor kan lopen om de dam of de zwad op te kunnen nemen. Hierbij kan de dis-
sel bij ingebouwde damopname via detectie dammidden of handmatig worden bijge-
stuurd.
Automatische dissel
Met de knop Automatische dissel
bedieningselement Bunker of op "Bedieningselement zelf toewijsbaar"
dissel naar een daarvoor opgeslagen positie. Voor het inleren van deze positie moet
de knop Automatische dissel 3 seconden worden ingedrukt.
Met de mini-joystick links
mini-joystick
den bestuurd. Daarbij wordt de dissel zo bestuurd dat met de mini-joystick naar links
de dissel naar rechts gaat en die machine naar wordt links gestuurd en dat met de
mini-joystick naar rechts de dissel naar links gaat en de machine naar rechts wordt
gestuurd.
182 / 494
1
Sensor disselbesturing
op het bedieningselement Rooien en de bovenste
op het bedieningselement Bunker kan de dissel handmatig wor-
op het bedieningselement Rooien en op het
beweegt de