Verzorging en onderhoud
Opname
7.5.7
Looftrekwiel
(1)
(2)
(3)
(4)
De veerspanning moet voor beide zijden zo worden ingesteld, dat de looftrekwiel goed
door zeefketting 1 worden aangedreven. Wanneer de spanning van het looftrekwiel
verkeerd is ingesteld, leidt dit tot meer slijtage. De spanning van het looftrekwiel (1)
rechts wordt met de spanner looftrekwiel rechts (4) ingesteld en de spanning van het
looftrekwiel links wordt met de spanner looftrekwiel links ingesteld.
De looftrekwielen moeten regelmatig op slijtage worden gecontroleerd en tijdig worden
vervangen. Versleten looftrekwielen kunnen bijv. leiden tot meer loofophopingen aan
de zijkanten van de opname.
390 / 494
4
1
3
2
Looftrekwiel rechts
Loofafvoerkuip rechts
Gatenpatroon looftrekwiel rechts
Spanner looftrekwiel rechts