Storingen en problemen oplossen
Checklist voor het optimaliseren van de rooikwaliteit/opslagkwaliteit
8.12
Checklist voor het optimaliseren van de rooikwaliteit/
opslagkwaliteit
466 / 494
Beschadiging van de knollen tijdens het legen kan tot een toename van bacteriën,
schimmelinfecties en wortelbrand leiden. Dit kan worden voorkomen door de aard-
appelplantjes te verwarmen tot minimaal 10°C en door de aardappelen droog te
houden. Tegelijkertijd kan de veiligheid worden verhoogd door het sorteren van
plantmateriaal.
Tijdens het oogsten zou er geen vegetatie moeten zijn op het veld en de tempera-
tuur van de knollen niet lager dan 10°C. Er moet rekening worden gehouden met
het soort gewas. Door de gesplitste oogstprocedure hebben de aardappelen moge-
lijk een lichtere kleur, minder beschadigingen en een langere bewaartijd.
De rijsnelheid van de rooimachine mag niet hoger zijn dan de scheidingsinrichtin-
gen en de vereisten voor hoe schoon de oogstproducten moeten zijn toestaan.
De omloopsnelheden van de zeef- en scheidingscomponenten moet zo laag moge-
lijk zijn. Er moet zo veel mogelijk worden voorkomen dat de aardappelen met de
bijproducten gaan rollen.
De aardappelen mogen in geen geval op de zeefketting springen. Het is erg
belangrijk dat de schuddersystemen behoedzaam worden gebruikt. En nog belang-
rijker, hoe steiler de zeefketting is, hoe meer stenen er zijn en hoe minder nauw-
keurig het schuddersysteem kan werken.
Tijdens het rooien moet zeer regelmatig worden gecontroleerd of alle beveiligings-
inrichtingen aanwezig zijn en correct zijn ingesteld.
Overal waar aardappelen los of in kleine hoeveelheden worden getransporteerd,
mag de valhoogte niet meer dan 25 cm zijn. Bij grotere valhoogten moeten de
aardappelen op voeringsmateriaal of op aardappelen vallen.
Het sorteren van pasgerooide en koude aardappelen leidt tot nog meer beschadi-
gingen en verkort de mogelijke bewaartijd.
Schade in de vorm van losse schil, scheuren en barsten, alsmede overventilatie en
ongecontroleerde tocht zorgen voor een hogere waterafgifte van de knollen in het
magazijn. Daardoor ontstaan drukplekken, die bij verdere bewerking tot verkleurin-
gen aan de binnenkant kunnen leiden. Voldoende verwarming kan dit verminderen.
Bij de verdere bewerking moet het aantal valstappen en de valhoogte zo klein
mogelijk worden gehouden, alle stootplekken moeten met zacht materiaal worden
bekleed. Wanneer aardappelen op andere aardappelen vallen, leidt dit tot minder
beschadigingen.