Bediening
Bunkerweegsysteem (optie)
Voer het werkelijke gewicht van de lading in dat werd bepaald met de geijkte externe
weegschaal en bevestig de invoer.
Het systeem bepaalt nu de nieuwe kalibratiewaarde en toont zowel de oude als de
nieuwe kalibratiewaarde.
Druk op de softkey "ESC" en sla vervolgens de kalibratiewaarde op met het schijfpic-
togram.
Verlaad nu tenminste vijf ladingen bij dezelfde toestand van de ondergrond en laad-
omstandigheden. De hoeveelheid vuil in de bunker mag niet beduidend veranderen tij-
dens deze weegprocessen. Tel de weegresultaten van alle ladingen op.
Laat deze ladingen nogmaals extern wegen op de geijkte weegschaal en tel de resul-
taten voor deze ladingen op. Als u de resultaten van de externe wegingen heeft ont-
vangen, selecteert u opnieuw het menu-item "Kalibratie". Vul hier opnieuw beide
gewichten in.
Na afloop van dit kalibratieproces moet u de nauwkeurigheid van het weegsysteem
met nog een verlaadproces controleren, zoals hiervoor al is beschreven. Als u tevre-
den bent met het resultaat van de controle, is de kalibratie afgesloten. Wanneer de
gewenste weegnauwkeurigheid nog niet is bereikt, herhaalt u de kalibratie zoals hier-
voor beschreven (altijd met de som van ten minste vijf ladingen).
6.16.2.7
Continu gebruik van het weegsysteem
Neem altijd de aanwijzingen in acht,
Voer regelmatig een nulstelling uit.
Controleer regelmatig de nauwkeurigheid van het weegsysteem. Vergelijk hiervoor het
gewicht van een lading dat door het weegsysteem is bepaald met het gewicht dat met
het externe geijkte weegsysteem van de afnemer is bepaald. Bij grotere afwijkingen
moet u het weegsysteem onmiddellijk kalibreren.
De weegnauwkeurigheid is afhankelijk van de zorgvuldigheid van de gebruiker. Regel-
matige nulstelling, zorgvuldige kalibratie en zo weinig mogelijk vuil hebben een posi-
tieve invloed op de weegnauwkeurigheid.
332 / 494
Gewicht [kg] Keiler
Gewicht[kg] weegsysteem ext.
OPMERKING
Zie Pagina
327.