Bediening
Opname
Voorbeeld:
Afhankelijk van de omstandigheden kunnen de damdrukregeling
de damdrukontlasting in verschillende situaties soms beter functioneren. De modellen
van de zwadopname en de opnamen voor speciale producten functioneren alleen met
de damdrukontlasting.
(5)
In het displayveld Automaten wordt de huidige toestand van de damdrukontlasting (5)
weergegeven.
De automaat van de damdrukontlasting is gedeactiveerd.
De automaat van de damdrukontlasting is voorgeselecteerd. Wanneer de opname met
de knop Veldbegin
damdrukontlasting na een korte activeringstijd geactiveerd.
De automatische damdrukontlasting is geactiveerd. Wanneer de opname met de knop
Veldeinde
ontlasting teruggezet naar de status "voorgeselecteerd".
De druk van de damdrukontlasting kan in het menu Opname worden afgesteld. Daar-
voor selecteert u de softkey Opname
softkey
234 / 494
0 bar komt overeen met de zweefstand.
Bij natte weersomstandigheden of zwaar begaanbare bodem.
– Maximale ontlastingsdruk 50 bar.
Bij droge weersomstandigheden voor veilige aanvoer en voor het breken van kor-
sten.
– Minimale ontlastingsdruk 20 bar.
OPMERKING
Automatische damdrukontlasting
op het bedieningselement Rooien wordt neergelaten, wordt de
op het bedieningselement Rooien wordt opgeheven, wordt de damdruk-
groen.
5
op de Tractorterminal. Na selectie wordt de
(Zie Pagina
210) of