Bediening
Remsysteem
De remkracht wordt vanuit de membraancilinder door de overbrenging op de wiel-
remmen overgebracht. De remkracht wordt door de opgebouwde druk in de remlei-
ding nauwkeurig en fijngevoelig aangestuurd. In de remklep van de aanhanger is een
"voorloop" ingesteld, d.w.z. dat de machine eerder en sterker remt dan het trekvoer-
tuig, zodat de combinatie recht blijft rijden. Wanneer de remleiding van het trekvoer-
tuig wordt gescheiden, remt de machine automatisch (automatische noodrem).
Vanaf bouwjaar 2021 is bovendien een relaisklep ingebouwd in de pneumatische
bedrijfsrem, om te voldoen aan de EU-typegoedkeuring.
(1)
(2)
Voor het aankoppelen het remsysteem op het trekvoertuig, moeten de afdichtringen
van de koppelingskop worden schoongemaakt. Na het loskoppelen moeten de koppe-
lingskoppen op de daarvoor bedoelde houder op de trekdissel worden bevestigd.
Rijd pas weg wanneer de manometer in het trekvoertuig een toevoerdruk van 5,0 bar
aangeeft.
Na het afkoppelen remt de machine automatisch (losbreekremsysteem). De rem kan
wanneer afgekoppeld worden losgemaakt door op de remvrijgaveklep (1) te druk-
ken. Daarbij moet de druk in het reservoir nog minimaal 4,5 bar zijn. Als de druk lager
is, kan de rem alleen nog worden gelost door het reservoir met de afwateringsklep
(2) te ontluchten. Omdat het reservoir daarna leeg is, kan niet meer opnieuw worden
geremd.
178 / 494
1
Remklep van de aanhanger met losklep voor de rem
Aftapklep/afwateringsklep
2