6.3.1.4.1
Menu Programmaknoppen
OPMERKING
De beschreven functies zijn alleen beschikbaar in de bedrijfsmodus "Akker".
(1)
Programmaknop P1
(2)
Programmaknop P2
(3)
Programmaknop P3
(4)
Programmaknop P4
(5)
Programmaknop P5
(6)
Programmaknop P6
Door één van de zes programmaknoppen in te drukken, kan één van de zes verschil-
lende machine-instellingen worden geactiveerd. Hiermee kunnen de optimale instel-
lingen voor bepaalde – terugkerende – rooisituaties of bodemsoorten met slechts één
druk op de knop weer worden opgeroepen.
Nadat programmaknop P1, P2, P3, P4, P5 of P6 is ingedrukt en vervolgens bevestigd,
wordt op de Tractorterminal de geactiveerde programmaknop groen weergegeven.
Hierdoor wordt onbedoeld activeren van een knop voorkomen.
Wanneer automatische egelband 1/2 is geactiveerd, wordt de opgeslagen waarde
voor Hoogte egelband 1/2 niet opgeroepen.
Wanneer de snelafstelling voor toerental sorteerband is vrijgegeven, wordt de opge-
slagen waarde niet opgeroepen.
Bedieningsconcept via ISOBUS
1
2
3
4
5
6
Bediening
133 / 494