Beschikbaar
1.12.2 Informatie opnemen met behulp van voorgeprogram-
meerde boodschappen (Boodschap afdrukken)
1.13.1 Inleiding tot de Gebruikerscontainer-funktie
1.13.2 In werking/Buiten werking (Smart Desk)
In werking
Buiten werking
1.13.3 Schakelen tussen CTI-gestuurde apparaten
1.14.1 Het gesprekslog gebruiken
1.14.2 Het gebruik van de directories
1.14.3 Toegang tot Systeemfunkties (Systeemfunktie-
toegang)
1.14.4 Self Labelling (alleen KX-NT366/KX-NT553/KX-NT556/
KX-NT560)
2.1.1 Instellen van een toestel
2.1.2 Tijd service modus instellen
2.1.3 Restrictieniveau instellen (Kiestoon doorverbinden)
2.1.4 De externe achtergrondmuziek aanzetten (AGM)
2.1.5 Uitgaande boodschappen opnemen (UGB)
2.1.6 Toestaan dat gebruikers een niet beschikbare netlijn kie-
zen (CO lijnen-niet beschikbaar)
2.2 Configuratie van Unified Messaging funkties
3.1 Aanpassen van uw toestel (Persoonlijke programmering)
Een PIN-code aan uw toestel toewijzen (PIN [Per-
soonlijk Identificatie Nummer]-code)
3.1.2 Instellen via de Programmeermodus
3.1.3 Aanpassen van de toetsen
4.1 Programmering door de beheerder
Wijzigen van gesprekskosten en toestelinstellingen
Deze funktie kan worden toegekend aan:
*1
•
IP-PT (behalve modellen met een 1-regel display)
•
DPT (behalve modellen met een 1-regel display)
*2
"
Directe Gesprekscontrole" en "
handsets (HS).
Functies
*10
Opnemen van uw gesprek" zijn alleen beschikbaar voor systeemtoestellen (PT) en
5.1.1 Functies per telefoontype
Telefoontype
PT
HS
SLT
ü
*7
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
*8
ü
*9
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
Bedieningshandleiding
SIP toe-
stel
ü
ü
ü
ü
ü
ü
ü
311