1.13.2 In werking/Buiten werking (Smart Desk)
–
Buiten werking
In werking
Als een gebruiker inlogt met een hoofdapparaat, subapparaat of draadloos apparaat dat is toegewezen aan
zijn gebruikerscontainer, kan het apparaat worden gebruikt als een terminal waaraan het toestelnummer van
de gebruiker is toegewezen.
In werking stellen op hoofdapparaat
PT/SLT/PS
Hoorn van de haak.
PIN-code
Voer de PIN-code in
(max. 8 cijfers).
In werking stellen op subapparaat
PT/SLT
Hoorn van de haak.
PIN-code
Voer de PIN-code in
(max. 8 cijfers).
In werking stellen op draadloos apparaat
PS
Hoorn van de haak.
PIN-code
Voer de PIN-code in
(max. 8 cijfers).
204
Bedieningshandleiding
PIN: Persoonlijk Identificatie Nummer
7
2
2
Voer
722 in.
D.toon
Op de haak.
PIN: Persoonlijk Identificatie Nummer
7
2
3
Voer
723 in.
D.toon
Op de haak.
PIN: Persoonlijk Identificatie Nummer
7
2
4
Voer
724 in.
D.toon
Op de haak.
uw toestelnr.
Kies uw toestelnummer.
uw toestelnr.
Kies uw toestelnummer.
uw toestelnr.
Kies uw toestelnummer.