Inhoudsopgave
1.8.5
Gesprekken doorverbinden ........................................................................................ 144
1.8.6
Overige funkties .......................................................................................................... 153
1.8.7
Beknopte handleiding ................................................................................................. 170
1.9
Een toestel instellen naar uw wensen ....................................................................... 174
1.9.1
Instellen van het alarm (Herinneringsalarm) ............................................................... 174
1.9.2
Weigeren van inkomende gesprekken (Niet Storen [NS]) .......................................... 175
1.9.3
Gesprek Wacht ontvangen (Gesprek Wacht/Aankondiging Gesprek wacht tijdens in ge-
sprek [OHCA]/Fluister OHCA) .................................................................................... 178
1.9.4
Uw nummer weergeven op de telefoon van de gebelde partij en de beller (Calling/
Connected Line Identification Presentation [CLIP/COLP]) ......................................... 179
1.9.5
Voorkomen dat uw nummer wordt weergegeven op de telefoon van de beller (Connec-
ted Line Identification Restriction [COLR]) ................................................................. 180
1.9.6
Voorkomen dat uw nummer wordt weergegeven op de telefoon van de gebelde partij
(Calling Line Identification Restriction [CLIR]) ............................................................ 181
1.9.7
Voorkomen dat andere personen deelnemen aan uw gesprek (Inbreken op een ge-
sprek-Negeren) ........................................................................................................... 181
1.9.8
De achtergrondmuziek aanzetten (AGM) ................................................................... 182
1.9.9
Uw lijn beveiligen tegen indicatietonen (Datalijn-beveiliging) ..................................... 182
1.9.10
De status van de Tijd service controleren .................................................................. 182
1.9.11
Het belsignaal instellen van het parallel aangesloten toestel (Parallel toestel) .......... 183
1.9.12
Funktie-instellingen op uw toestel wissen (Toestelfunktie wissen) ............................. 184
1.10
Gebruik maken van het Call Centre ........................................................................... 185
1.10.1
Een Inkomende gespreksverdelinggroep verlaten (Inloggen/Uitloggen, Afwikkeltijd) .......
1.10.2
Opvragen en controleren van de gesprekstatus van een Inkomende gespreksverdeling-
groep (Inkomende gespreksverdelinggroep opvragen) .............................................. 187
1.10.3
Een wachtend gesprek doorschakelen (Handmatig doorschakelen van wachtstandge-
sprekken) .................................................................................................................... 190
1.11
Het gebruik van optionele apparatuur ....................................................................... 191
1.11.1
Als een Deurintercom/Deuropener is aangesloten ..................................................... 191
1.11.2
Indien een extern relais is aangesloten ...................................................................... 193
1.11.3
Indien een externe sensor is aangesloten .................................................................. 193
1.11.4
Als een Hoofd-PBX is aangesloten ............................................................................ 193
1.12
Administratieve funkties ............................................................................................. 195
1.12.1
Het gebruik van de telefoons in de hotelsector (Hotelservice-funkties) ...................... 195
1.12.2
Informatie opnemen met behulp van voorgeprogrammeerde boodschappen (Bood-
schap afdrukken) ........................................................................................................ 201
1.13
Beheer van gebruikersapparaat ................................................................................. 202
1.13.1
Inleiding tot de Gebruikerscontainer-funktie ............................................................... 202
1.13.2
In werking/Buiten werking (Smart Desk) .................................................................... 203
1.13.3
Schakelen tussen CTI-gestuurde apparaten .............................................................. 206
1.14
Een telefoon via het display bedienen ...................................................................... 207
1.14.1
Het gesprekslog gebruiken ......................................................................................... 207
1.14.2
Het gebruik van de directories .................................................................................... 210
1.14.3
Toegang tot Systeemfunkties (Systeemfunktie-toegang) ........................................... 218
1.14.4
Self Labelling (alleen KX-NT366/KX-NT553/KX-NT556/KX-NT560) .......................... 219
1.15
Funkties voor een mobiel toestel .............................................................................. 221
1.15.1
Funkties voor een mobiel toestel ................................................................................ 221
2 Bediening door de systeembeheerder ............................................. 225
2.1
Instelfunkties ............................................................................................................... 226
2.1.1
Instellen van een toestel ............................................................................................. 226
2.1.2
Tijd service modus instellen ....................................................................................... 226
2.1.3
Restrictieniveau instellen (Kiestoon doorverbinden) .................................................. 227
2.1.4
De externe achtergrondmuziek aanzetten (AGM) ...................................................... 228
10
Bedieningshandleiding
185