1) Stuurwiel
Het stuurwiel regelt de richting van
de boot. Wanneer u het stuurwiel in
wijzerzin draait, zwenkt de boot naar
rechts en omgekeerd.
2) Gas/schakelhendel
Schakelhendel
Een hendel met 3 standen:
– Vooruit
– Neutraal
– Achteruit.
Voorwaarden om te kunnen schakelen:
– De gashendel moet volledig terug-
getrokken zijn (stationair toerental)
– De arreteerknop van de neutraalver-
grendeling moet ingedrukt zijn (als u
in neutraal staat).
Forceer de gashendel
MERK OP
niet wanneer de schakelhendel in
neutraal staat. Er is geen functie
voor opwarmen nodig of aanwezig.
De gashendel naar voren duwen
wanneer de schakelhendel in neu-
traal staat, kan leiden tot schade aan
de schakelhendel/gashendel.
lmo2012-005-010_a
TYPISCH
1. De gashendel moet volledig teruggetrokken
zijn om te schakelen (stationair toerental)
2. Druk de arreteerknop van de
neutraalvergrendeling in
3. Vooruit
4. Neutraal
5. Achteruit
De schakelhendel mag enkel wor-
den gebruikt wanneer de boot vol-
ledig stilligt.
Kijk altijd goed of er geen voorwer-
pen of personen achter het vaar-
tuig zijn.
Gashendel
Wanneer u deze vooruit drukt, ver-
snelt de boot. Wanneer u ze helemaal
terugtrekt, vertragen de motoren au-
tomatisch tot stationair toerental en
stopt de boot geleidelijk door de water-
weerstand.
lmo2012-005-011_a
TYPISCH
1. Gashendel (in stationaire stand)
2. Snelheid verhogen
3. Snelheid verlagen
3) Motoruitschakelaar
De motoruitschakelaar bevindt zich
aan de stuurboordzijde tussen de gas-
hendel en de bestuurdersconsole.
_______________
BEDIENINGSELEMENTEN
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
51