– Respecteer de zones waar zonder
hekgolf moet worden gevaren , de
rechten van andere watergebrui-
kers en het milieu. Als "schipper"
en eigenaar van een boot bent u
verantwoordelijk voor schade aan
andere boten die wordt aangericht
door de hekgolf van uw boot. Laat
niemand toe afval overboord te
gooien.
– Tussen zonsondergang en zonsop-
gang moet u de navigatielichten van
uw boot aanzetten en uw snelheid
matigen. Gebruik uw boot niet bij
beperkte zichtbaarheid.
– Voeg geen accessoires of uitrusting
toe die de zichtbaarheid of besturing
van uw boot nadelig beïnvloeden.
– Tijdens stormen moet de schipper
persoonlijk het roer nemen.
Voor u uitvaart
– Voer altijd de controle voor gebruik
uit zoals die in deze Gebruikershand-
leiding wordt beschreven.
– Overschrijd nooit de toegelaten
maximumlading of het maximum
aantal passagiers van deze boot, op-
gegeven in de specificaties en op
het capaciteitsplaatje dat zich net
naast de bestuurder bevindt. Over-
lading kan de wendbaarheid, stabi-
liteit en vaarprestaties nadelig beïn-
vloeden. Ook zware zee beperkt de
capaciteit. De informatie op het ca-
paciteitsplaatje is geen excuus om
uw gezond verstand of eigen beoor-
delingsvermogen niet te gebruiken.
– Inspecteer regelmatig de boot,
romp, motor, veiligheidsuitrusting
en alle andere vaaruitrusting en
houd deze in een veilige bedrijfstoe-
stand.
– Zorg ervoor dat u minstens alle
vereiste veiligheidsuitrusting, red-
dingsvesten en andere benodigde
uitrusting bij hebt alvorens uit te va-
ren.
________
VEILIGHEIDSINFORMATIE
BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN
– Controleer of alle reddingsuitrus-
ting, onder meer het brandblusap-
paraat (niet inbegrepen bij de boot),
in goede staat verkeert en makkelijk
bereikbaar is. Toon alle passagiers
waar deze uitrusting zich bevindt en
zorg ervoor dat iedereen ze kan ge-
bruiken.
– Houd het weer in het oog. Contro-
leer de plaatselijke weersvoorspel-
lingen alvorens uit te varen. Wees
alert voor veranderende omstandig-
heden.
– Bewaar nauwkeurige en actuele
kaarten van de vaarregio aan boord.
Controleer de toestand van het wa-
ter in de regio waar u wilt gaan varen
alvorens uit te varen.
– Bezorg voor uw vertrek een vaar-
plan aan een verantwoordelijke per-
soon aan wal.
– Neem voldoende brandstof aan
boord voor de geplande uitstap.
Controleer altijd het brandstofpeil
voor gebruik en tijdens de vaart. Ga
uit van het principe 1/3 brandstof
om uw bestemming te bereiken,
1/3 voor de terugtocht en 1/3 reser-
ve. Voorzie een marge voor slecht
weer of ander oponthoud.
Veiligheidsbewustzijn van
bestuurders en passagiers
– Elke bootbestuurder is verantwoor-
delijk voor de veiligheid van zijn/haar
passagier(s) en de andere water-
recreanten. Volg alle veiligheids-
voorschriften en bestuur uw boot
voorzichtig.
– Bestuur nooit een boot als u onder
invloed bent van drugs of alcohol.
Dit kan uw reactietijd en beoorde-
lingsvermogen negatief beïnvloe-
den. Bovendien is het strafbaar.
Laat enkel gekwalificeerde bestuur-
ders met uw boot varen.
– Houd er rekening mee dat de zon,
wind, vermoeidheid en ziekte uw
beoordelingsvermogen en reactie-
tijd kunnen beïnvloeden.
_______
11