BEDRIJFSMODI
lmo2010-003-083
AANMEREN
3. Druk eenmaal op de SET-knop,
waarna de volgende boodschap
verschijnt:
"PRESS AND HOLD
SET BUTTON" (Houd Set-knop in-
gedrukt).
4. Houd de SET-knop ingedrukt tot
DOCKING (aanmeren) opnieuw ver-
schijnt.
5. De aanmeermodus is nu geacti-
veerd en op het informatiecen-
trum verschijnt opnieuw het hoofd-
scherm.
Deze modus annuleren:
1. Druk herhaaldelijk op de MO-
DE-knop tot DOCKING (Aanmeren)
verschijnt in het informatiecentrum.
2. Druk eenmaal op de SET-knop,
waarna de volgende boodschap
verschijnt:
"PRESS AND HOLD
SET BUTTON" (Houd Set-knop in-
gedrukt).
3. Druk eenmaal op de MODE-knop
(Modus).
(DOCKING) wordt uitgeschakeld
zodra de gas/schakelhendel terug in
NEUTRAAL wordt gezet.
230 Wake
1. Verlaag de snelheid tot stationair
toerental.
2. Raak het pictogram DOCK (Aanme-
ren) aan.
______________
112
De
aanmeermodus
lmo2012-005-026_a
PICTOGRAM DOCK
3. Raak SET aan om te activeren.
4. Geef gas wanneer u klaar bent.
5. OM AF TE SLUITEN:
6. Ga terug naar het DOCK-menu (Aan-
meren) en raak CANCEL (Annule-
ren) aan.
OPMERKING: Deze modus blijft ac-
tief tot u ze manueel annuleert via het
aanraakscherm.
OPMERKING: Deze modus wordt au-
tomatisch geannuleerd wanneer de
motoren worden stilgelegd.
Synchronisatiemodus
Alle modellen
De
synchronisatiemodus
wordt geregeld door de iTC (intelli-
gent Throttle Control). Wanneer het
SYNC-verklikkerlichtje AAN is, heeft
de iTC de beide motoren gesynchroni-
seerd (op hetzelfde toerental).
De iTC kan de motoren synchroniseren
als voldaan is aan de volgende parame-
ters:
– Motoren draaien boven 3.500 toe-
ren.
– Motoren worden niet versneld of
vertraagd.
Bepaalde factoren kunnen verhinderen
dat de synchronisatiemodus (SYNC)
wordt geactiveerd. Enkele factoren:
– Wind
– Omstandigheden op het water
(SYNC)