Inhoudsopgave
Advertenties
7. Houd de start/stopknop ingedrukt
om de motor te starten. Laat hem
onmiddellijk los nadat de motor is
gestart. Start maar één motor tege-
lijk.
Om oververhitting van
MERK OP
de startmotor te voorkomen moet u
na elke startpoging van 5 - 10 secon-
den een rustperiode van 30 secon-
den inlassen, zodat de startmotor
kan afkoelen en het mechanisme
ontkoppelen.
8. Start de andere motor op dezelfde
manier als de eerste motor.
9. Volg de toestand van de motoren op
de tachometers.
Sturen
Door aan het stuur te draaien zwenken
de jetstraalbuizen en verandert de boot
van richting. Wanneer u het stuurwiel
in wijzerzin draait, zwenkt de boot naar
rechts en omgekeerd.
TYPISCH — NAAR RECHTS DRAAIEN
Boven stationair toerental moet de
gashendel worden ingedrukt om de
boot te draaien.
WAARSCHUWING
Om de richting van de boot te ver-
anderen moet u gas geven en aan
het stuur draaien. De stuurpres-
tatie is afhankelijk van het aan-
tal passagiers, de lading, de wa-
teromstandigheden.
Bij boten die met een jetstraalbuis wor-
den aangedreven, moet u wat gas ge-
ven om te kunnen draaien. Oefen het
gas geven en wegsturen van een inge-
beeld object op een veilige plaats. Dit
is een goede praktijk om aanvaringen
te voorkomen.
Bediening
gas/schakelhendel
Wanneer u de schakelhendel in neu-
traal of in achteruit zet, bewegen de
achteruitvaarkleppen omhoog of om-
laag naar de gewenste stand.
Vooruit
In vooruit schakelen
1. Druk de arreteerknop van de neu-
traalvergrendeling in en duw de
schakelhendel naar de voorste
stand.
lmo2012-005-011_b
TYPISCH
1. Schakelhendel in Vooruit
2. Duw de gashendel naar voor om de
boot vooruit te laten gaan.
MERK OP
zorg ervoor dat de gashendel op
stationair toerental staat, voordat u
schakelt.
______________
BEDIENINGSINSTRUCTIES
Forceer de hendel niet;
103
Advertenties
Inhoudsopgave
