Afdrukken
Opties opgeven bij printen
U kunt bij het printen de gewenste afdrukopties opgeven.
62
Druk op <0>.
1
Selecteer [Printopties].
2
Selecteer [Printopties] en druk
op <0>.
Het scherm [Printopties] wordt
weergegeven.
Stel de gewenste afdrukopties in.
3
Raadpleeg voor meer informatie over
de instellingsprocedure het gedeelte
"Opnamen printen" in de
instructiehandleiding voor de camera.
Als de printopties zijn voltooid voordat
u de verbinding tot stand bracht, gaat
u verder naar stap 4.
Selecteer [Print].
4
[Print] kan alleen worden
geselecteerd als een beeld is
geselecteerd en de printer klaar is om
af te drukken.
Selecteer [Print] en druk vervolgens
op <0>.
Volg de aanwijzingen op het scherm.
Wanneer het printen is voltooid, wordt
het scherm [Printopties] weer
weergegeven.