Gemakkelijke beeldoverdracht via de NFC-functie
Tijdens het afspelen van opnamen op de camera kunt u een smartphone
die ondersteuning biedt voor NFC tegen de camera houden om een
vastgelegde opname naar de smartphone te verzenden.
Als er al een draadloze verbinding tot stand is gebracht, beëindigt u die
verbinding en speelt u de opname af op de camera.
Stel de camera van tevoren in op gebruik van de NFC-functie (pag. 20).
Voor informatie over de Wi-Fi-instelling en de NFC-instelling voor de
smartphone en de antennepositie voor NFC raadpleegt u de
instructiehandleiding voor de smartphone.
Verbinding maken via de NFC-functie
38
Schakel de NFC-functie in op de
1
camera en de smartphone
.
(pag. 20)
Geef de opname weer.
2
Druk op de knop <x> om de
opnamen weer te geven.
Houd een smartphone tegen de
3
camera.
Houd het symbool p van de
smartphone tegen dat van de camera
om de verbinding tot stand te
brengen.
Als de downloadsite van Camera
Connect wordt weergegeven op de
smartphone, installeert u Camera
Connect (pag. 22).
Wanneer op het LCD-scherm van de
camera het bericht verschijnt dat een
verbinding tot stand is gebracht, kunt
u de smartphone weg van de camera
bewegen.
Het <k>-lampje van de camera licht
groen op.