Problemen oplossen
Raadpleeg bij problemen met de camera eerst dit gedeelte Problemen
oplossen. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, neem dan
contact op met uw dealer of Canon Service Center.
Kan geen gebruikmaken van een apparaat dat via een
kabel is aangesloten.
Wanneer [53: Wi-Fi] is ingesteld op [Inschakelen], is verbinding
via een interfacekabel of HDMI-kabel niet mogelijk. Stel
[53: Wi-Fi/NFC] in op [Uitschakelen] voordat u een kabel
aansluit.
[Wi-Fi/NFC] kan niet worden ingesteld op [Inschakelen].
Wanneer de camera via een interfacekabel is aangesloten op
Connect Station, een computer, printer, GPS-ontvanger, televisie
of een ander apparaat, kunnen de instellingen voor [Wi-Fi/NFC]
niet worden gewijzigd. Ontkoppel de kabel voordat u de
instellingen configureert.
Bewerkingen zoals opnamen maken en weergave zijn
niet mogelijk.
Tijdens een Wireless LAN-verbinding zijn bewerkingen als
opnamen maken en weergave niet mogelijk. Verbreek de
verbinding en voer de bewerking vervolgens uit.
Kan niet opnieuw verbinding maken met een smartphone.
Als u de instellingen hebt gewijzigd of een andere instelling hebt
geselecteerd, is het niet mogelijk om opnieuw verbinding te maken,
zelfs wanneer u dezelfde camera en dezelfde smartphone gebruikt
en ook dezelfde SSID selecteert. Verwijder de
verbindingsinstellingen voor de camera uit de Wi-Fi-instellingen op
de smartphone en stel de verbinding opnieuw in.
Als Camera Connect nog actief is terwijl u de verbinding opnieuw
instelt, wordt er mogelijk geen verbinding tot stand gebracht. In dat
geval start u Camera Connect opnieuw.
De Eye-Fi-kaart kan niet worden gebruikt.
Wanneer [53: Wi-Fi/NFC] wordt ingesteld op [Inschakelen], wordt
beeldoverdracht via een Eye-Fi-kaart uitgeschakeld.
131