Automatisch verbinding maken via de NFC-functie
Gebruik de NFC-functie om verbinding tot stand te brengen tussen de
camera en een smartphone.
De procedure voor verbinding via NFC is als volgt.
(1) Schakel de camera en de smartphone in.
(2) Schakel de NFC-functie in op de camera en de smartphone.
(3) Houd de smartphone tegen de camera om de verbinding tot
stand te brengen.
Zie pagina 20 voor de NFC-instelling van de camera.
Voor informatie over de Wi-Fi-instelling en de NFC-instelling voor de
smartphone en de antennepositie voor NFC raadpleegt u de
instructiehandleiding voor de smartphone.
Schakel de NFC-functie in op de
1
camera en de smartphone
.
(pag. 20)
Houd een smartphone tegen de
2
camera.
Als de downloadsite van Camera
Connect wordt weergegeven op de
smartphone, installeert u Camera
Connect (pag. 22).
Als er een opname op de camera
wordt weergegeven, drukt u op de
knop <x> om het afspelen te
beëindigen.
Houd het symbool p van de
smartphone tegen dat van de camera
om de verbinding tot stand te
brengen.
Wanneer op het LCD-scherm van
de camera het bericht verschijnt
dat er verbinding tot stand is
gebracht, kunt u de smartphone weg
van de camera bewegen.
Het <k>-lampje van de camera
knippert.
Camera Connect wordt gestart op de
smartphone en brengt een verbinding
tot stand.
27