Automatisch verbinding maken via de NFC-functie
De apparaatnaam is ingesteld
op Camera Connect
De instellingen voor verbinding met een smartphone zijn nu
geconfigureerd.
Op het instellingenscherm van Camera Connect kunt u de apparaatnaam
weergeven en wijzigen.
28
Maak verbinding met de camera.
3
Wanneer de verbinding tot stand is
gebracht, verschijnt het hier links
weergegeven scherm op het LCD-scherm
van de camera. Wanneer u verbinding
maakt met dezelfde smartphone, wordt dit
scherm niet opnieuw weergegeven.
Druk op de knop <B> om het aantal
beelden dat kan worden bekeken te
selecteren. Zie stap 5 op pagina 44 voor
aanwijzingen over hoe deze in te stellen.
Selecteer [OK] en druk op <0>.
Het <k>-lampje van de camera licht
groen op.
Nadat er een bericht is weergegeven,
wordt het LCD-scherm van de camera
uitgeschakeld.
Het hoofdvenster van Camera Connect
wordt weergegeven op de smartphone.
De camera bedienen met Camera
4
Connect.
Voer verdere handelingen uit via Camera
Connect. Zie pagina 34.