65: Wireless LAN-verbinding verbroken
Zijn er obstakels tussen de camera en het doelapparaat of de
antenne van het access point?
Verplaats het doelapparaat of de antenne van het access point zo
dat dit duidelijk te zien is vanaf het punt waar u de camera gebruikt
(pag. 132).
Bevindt de camera zich te ver van het doelapparaat of de
antenne van het access point?
Breng de camera en het doelapparaat of de antenne van het
access point dichter bij elkaar.
De draadloze verbinding is om een of andere reden verbroken
en kan niet worden hersteld.
Deze reden kan onder andere zijn: te intensief gebruik van het
access point door een ander apparaat, een magnetron of
soortgelijk apparaat dat in de buurt van het access point wordt
gebruikt (verstoring van IEEE 802.11b/g/n (2,4 GHz-band)) of
invloed van regen of hoge luchtvochtigheid (pag. 132).
66: Onjuiste wireless LAN encryptiesleutel
Zijn de camera en het access point zo ingesteld dat ze
dezelfde encryptiesleutel voor de verificatie gebruiken?
Bij de instelling wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en
kleine letters, dus controleer of u alles juist hebt ingevoerd.
Zorg ervoor dat de juiste encryptiesleutel voor verificatie is
ingesteld op de camera (pag. 85, 101).
67: Onjuiste wireless LAN encryptie methode
Zijn de camera en het access point zo ingesteld dat ze
dezelfde encryptiemethode gebruiken?
De camera ondersteunt de volgende encryptiemethoden: WEP,
TKIP en AES (pag. 74 en 92).
Wordt er op MAC-adres gefilterd en is het MAC-adres van de
camera bij het access point geregistreerd?
Registreer het MAC-adres van de camera bij het access point.
U kunt het MAC-adres controleren op het scherm [Algemene
inst.] (pag. 116).
Reageren op foutmeldingen
125