De verbinding verbreken
U kunt de verbinding op een van de volgende manieren verbreken.
Tijdens de verbinding kan er geen opname worden gemaakt, ook al drukt
u de ontspanknop helemaal in.
Bij opnamen op afstand wordt de AF-snelheid mogelijk minder.
Afhankelijk van het overdrachtsbereik en de verbindingsstatus, kan de
beeldweergave trager zijn, worden beelden mogelijk niet vloeiend
weergegeven, kan de sluitertijd trager zijn of kunnen er andere
problemen optreden.
Zelfs wanneer movies in de lijst worden weergegeven, kunnen deze niet
op een smartphone worden opgeslagen.
Als u RAW-beelden naar een smartphone verzendt, kan het ruisreductie-
effect bij hoge ISO-snelheid van opgeslagen opnamen op de
smartphone lager liggen. Daarom is het raadzaam de opnamekwaliteit
bij het maken van RAW-beelden in te stellen op 1+73.
De verbinding wordt ook verbroken als u het programmakeuzewiel draait
of als u het kaartsleuf-/accucompartimentklepje opent.
Als u RAW-beelden naar een smartphone verzendt, wordt het formaat
van deze beelden gewijzigd naar b en worden de beelden opgeslagen.
Wanneer er verbinding is, werkt de camerafunctie voor automatisch
uitschakelen niet.
Het is raadzaam om gedurende de verbinding de
energiebesparingsfunctie van de smartphone uit te schakelen.
Het <k>-lampje van de camera knippert snel wanneer beelden die in
de camera zijn opgeslagen, worden opgeslagen op een smartphone.
De camera met een smartphone bedienen
Tik op het Camera Connect-
scherm van de smartphone
op [e].
Zet de camera op <2>.
35