6.3.4
Master-slave-modus (P1-12 = 4)
[1]
[2]
De regelaar heeft een ingebouwde master/slave-functie.
De master-slavefunctie ondersteunt twee verschillende configuratie-opties, afhankelijk
van de bedrijfsmodus:
•
•
De twee onderstaande tabellen beschrijven de respectieve configuratie van de rege-
laars van beide bedrijfsmodi.
Een speciaal protocol zorgt voor de master-slave-communicatie. De regelaar commu-
niceert dan via de RS485-engineeringinterface. Maximaal 63 regelaars kunnen in één
communicatienetwerk via RJ45-stekers met elkaar worden verbonden. De maximale
lengte van het communicatienetwerk is 1000 m.
Een regelaar wordt als master geconfigureerd en de overige regelaars als slaves. Per
netwerk mag er maar één masterregelaar zijn. Deze masterregelaar stuurt zijn be-
drijfstoestand (bijv. geactiveerd, gedeactiveerd) en zijn actuele toerental elke 30 ms
door. De slaveregelaars volgen dan de toestand van de masterregelaar.
AANWIJZING
Voor de opbouw van het master-/slavenetwerk kan kabelset B worden gebruikt. Het
gebruik van een afsluitweerstand is niet nodig. Informatie over de kabelsets vindt u in
de catalogus.
Master
L1/L L2/N L3
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
IOIOI
14 15 16 17 18
+
BR
U
V
W
[1]
RJ45 op RJ45-kabel
Kabelverdeler
Toerentalsynchroniteit
Lastverdeling
Inbedrijfstelling van de stuurbron
Slave 1
Slave 2
L1/L L2/N L3
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
IOIOI
IOIOI
14 15 16 17 18
+
BR
U
V
W
+
BR
[2]
[2]
[1]
max 63x
Technische handleiding – MOVITRAC
Inbedrijfstelling
L1/L L2/N L3
14 15 16 17 18
U
V
W
9007212609546891
®
LTP-B
6
67