Inbedrijfstelling
6
Inbedrijfstelling met motoren
62
Technische handleiding – MOVITRAC
Voorbeeld
CMP..-bouwgrootte
Motorsysteemspanning
Remmotoren
Alle benodigde parameters (spanning, stroom enz.) worden automatisch ingesteld.
AANWIJZING
Bij de vooraf ingestelde motoren is geen "Auto-Tune" nodig.
Als een CMP..-motor met een elektronisch typeplaatje op de regelaar wordt aange-
sloten, wordt P1-16 automatisch geselecteerd.
Als er een MGF..-DSM wordt geselecteerd, wordt de bovengrens van het koppel in
P4-07 automatisch op 200% ingesteld. Deze waarde moet overeenkomstig de over-
brengingsverhouding van de reductor aan de hand van het document "Aanvulling op
de technische handleiding, aandrijfeenheid MGF..-DSM aan de regelaar LTP-B" wor-
den aangepast.
De bijbehorende motortemperatuursensor moet worden aangesloten en geparame-
treerd volgens hoofdstuk "Aansluiting thermische motorbeveiliging TF, TH, KTY84,
PT1000" (→ 2 34).
®
LTP-B
Voorbeeld:
50S
40M, 50S, 50M, 50L, 63S, 63M, 63L, 71S, 71M, 71L
•
2 = 230 V
4
•
4 = 400 V
b
b = knippert bij remmotoren