6.3
Inbedrijfstelling van de stuurbron
De installatie van sensoren of schakelaars op de klemmen kan een vrijgave bewerk-
stelligen. De motor kan automatisch aanlopen.
Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel.
•
•
•
6.3.1
Klemmenmodus (fabrieksinstelling) P1-12 = 0
Voor het bedrijf in de klemmenmodus (fabrieksinstelling):
•
•
•
•
•
•
•
6.3.2
Toetsveldmodus (P1-12 = 1 of 2)
Voor het bedrijf in de toetsveldmodus:
•
•
•
•
•
•
•
AANWIJZING
Het gewenste toerentalsetpoint kan vooraf worden ingesteld door bij stilstand op de
toets <Stop/reset> te drukken. Door vervolgens de <Start>-toets in te drukken acce-
lereert de aandrijving langs de ingestelde integrator tot dit toerental.
WAARSCHUWING
Let erop dat er zich geen personeel in de buurt van de bewegende delen van de
installatie bevindt.
Installeer de schakelaar in geopende toestand.
Zet een potentiometer, wanneer u deze installeert, vooraf op 0.
P1-12 moet op "0" ingesteld zijn (fabrieksinstelling).
Wijzig de configuratie van de ingangsklemmen overeenkomstig de bijbehorende
eisen in P1-15. Zie voor de mogelijke instellingen hoofdstuk "P1-15 Binaire ingang
functiekeuze".
Sluit tussen de klemmen 1 en 2 op het gebruikersklemmenblok een schakelaar
aan.
Sluit een potentiometer (1 k - 10 k) tussen klem 5, 6 en 7 aan. De middenaftakking
wordt met klem 6 verbonden.
Sluit de klemmen 12 en 13 van de STO-ingang conform het hoofdstuk "Afzonderlij-
ke uitschakeling" (→ 2 47) aan.
Geef de regelaar vrij door een verbinding tussen klem 1 en 2 tot stand te brengen.
Stel het toerental in met de potentiometer.
Stel P1-12 in op "1" (één richting) of "2" (twee richtingen).
Sluit tussen klem 1 en 2 op het klemmenblok een draadbrug of schakelaar aan om
de regelaar vrij te geven.
Sluit de klemmen 12 en 13 van de STO-ingang conform het hoofdstuk "Afzonderlij-
ke uitschakeling" (→ 2 47) aan.
Druk nu op de toets <Start>. De regelaar wordt vrijgegeven met 0,0 Hz.
Druk op de toets <Omhoog> om het toerental te verhogen. Druk op de toets <Om-
laag> om het toerental te verlagen.
Druk op de toets <Stop/Reset> om de regelaar te stoppen.
Door vervolgens op de <Start>-toets te drukken start de regelaar volgens de in-
stelling in P2-37. Als de tweerichtingenmodus is geactiveerd (P1-12 = 2), wordt de
richting omgekeerd door de toets <Start> opnieuw in te drukken.
Inbedrijfstelling
Inbedrijfstelling van de stuurbron
Technische handleiding – MOVITRAC
6
63
®
LTP-B