Mistachterlicht
Bij een beperkt zicht door mist kunt u het
mistachterlicht gebruiken om achterliggers tij-
dig op uw aanwezigheid te attenderen.
Knop voor mistachterlicht.
Het mistachterlicht is alleen in te schakelen,
wanneer de verlichtingsdraaiknop in stand
of
staat en het contactslot in de
stand II of wanneer de motor draait.
Druk op de knop voor in-/uitschakeling. Het
controlesymbool voor het mistachterlicht
op het instrumentenpaneel en het
lampje in de knop branden, wanneer het mist-
achterlicht ingeschakeld is.
Wanneer u de motor afzet of de verlichtings-
draaiknop naar stand
of
wordt het mistachterlicht automatisch uitge-
schakeld.
03 Instrumenten, schakelaars en bediening
N.B.
De voorschriften voor het gebruik van een
mistachterlicht verschillen per land.
Gerelateerde informatie
•
Bedieningspaneel verlichting (p. 89)
draait,
Remlichten
De remlichten gaan automatisch branden
wanneer u remt.
Bij het bedienen van het rempedaal gaan de
remlichten branden. Ze gaan ook branden
wanneer een van de rij-assistentiesystemen,
Adaptieve cruisecontrol (p. 206), City Safety
(p. 224) of Collision Warning (p. 231) de auto
afremmen.
Gerelateerde informatie
•
Bedrijfsrem - noodremlichten en automa-
tische alarmlichten (p. 310)
03
97