is afhankelijk van de gekozen uitrusting en de
desbetreffende markt.
MY CAR - opent het menusysteem MY
CAR.
OK/MENU - knop op de middenconsole
indrukken of het duimwiel op het stuur-
wiel om de gemarkeerde menu-optie te
kiezen/aan te vinken of de gekozen func-
tie in het geheugen op te slaan.
TUNE - aan de draaiknop op de midden-
console of het duimwiel op het stuurwiel
draaien om een stap omhoog/omlaag te
gaan door de menu-opties.
EXIT
EXIT-functies
Afhankelijk van de functie en van het menuni-
veau waarop de aanwijzer staat op het
moment dat u EXIT kort indrukt, kan het vol-
gende gebeuren:
•
telefoongesprekken worden geweigerd
•
de actuele functie wordt beëindigd
•
de ingevoerde tekens worden gewist
•
de laatste gemaakte keuze wordt gean-
nuleerd
•
u beweegt omhoog in het menusysteem.
Bij lang indrukken van EXIT springt u naar de
normaalweergave voor MY CAR of naar het
hoogste menuniveau (hoofdbronmenu) als u
zich in de normaalweergave bevindt.
03 Instrumenten, schakelaars en bediening
Menu-opties en zoekpaden
Voor een beschrijving van de menu-opties en
zoekpaden in MY CAR, zie het Sensus Info-
tainment-supplement.
Boordcomputer
De boordcomputer van de auto kan tijdens
het rijden informatie registreren, berekenen en
tonen.
De functies en het uiterlijk van de boordcom-
puter verschillen afhankelijk van de vraag of
het instrumentenpaneel er een van het ana-
loge of digitale type is:
•
Boordcomputer - analoog instrumenten-
paneel (p. 117)
•
Boordcomputer - digitaal instrumenten-
paneel (p. 121)
Na de automatische activering van het instru-
mentenpaneel bij ontgrendeling zijn bediening
en instelling van de boordcomputer meteen
mogelijk. Als u na het openen van het
bestuurdersportier niet binnen
ca. 30 seconden op een van de boordcompu-
terknoppen drukt, dooft het instrument,
waarna u om de boordcomputer opnieuw te
kunnen bedienen eerst sleutelstand II (p. 81)
of motorstart vereist is.
N.B.
Als er een waarschuwingsmelding ver-
schijnt tijdens het gebruik van de boord-
computer, dient u deze melding eerst te
bevestigen voordat u de boordcomputer
weer kunt activeren.
•
Bevestig deze melding door de knop
OK op de richtingaanwijzerhendel kort
in te drukken.
03
}}
115