08 Starten en rijden
||
Na motoruitval door brandstofgebrek heeft
het brandstofsysteem enige tijd nodig om een
controle uit te voeren. Doe in dat geval (ná
bijtanken met dieselolie) het volgende, voor-
dat u de motor start:
1. Plaats de transpondersleutel in het con-
tactslot en duw deze tot aan de aanslag
naar binnen. Voor meer informatie, zie
Sleutelstanden (p. 80).
2. Druk op de START-knop zonder rem-
en/of koppelingspedaal te bedienen.
3. Wacht ca. één minuut.
4. Om de motor te starten: Bedien rem-
en/of koppelingspedaal en druk nogmaals
op de START-knop.
N.B.
Alvorens brandstof te tanken bij een leeg-
gereden tank:
•
Breng de auto tot stilstand op een zo
egaal/horizontaal mogelijke onder-
grond – als de auto overhelt, bestaat
er gevaar voor luchtbellen in de brand-
stoftoevoer.
Condenswater uit brandstoffilter
aftappen
Het brandstoffilter ontdoet de brandstof van
condenswater. Condenswater kan anders
08
aanleiding geven tot motorstoringen.
322
Houdt u zich voor het aftappen van het con-
denswater aan de specificaties die in uw Ser-
vice- en garantieboekje staan aangegeven.
Ook wanneer u vermoedt dat er vervuilde
brandstof is gebruikt, moet u het brandstoffil-
ter aftappen. Voor meer informatie, zie Servi-
ceprogramma van Volvo (p. 372).
BELANGRIJK
Bepaalde speciale toevoegingen verwijde-
ren de waterafscheiding in het brandstoffil-
ter.
Gerelateerde informatie
•
Brandstof - gebruik (p. 319)
•
Roetfilter dieselmotor (DPF) (p. 322)
•
Brandstofverbruik en CO2-uitstoot
(p. 444)
Roetfilter dieselmotor (DPF)
Dieselmodellen zijn uitgerust met een roetfil-
ter, waardoor een nog efficiëntere uitlaatgas-
reiniging mogelijk is.
Onder normale rijomstandigheden blijven de
roetdeeltjes uit de uitlaatgassen in het filter
achter. Om de roetdeeltjes te verbranden en
het filter te legen wordt een zogeheten rege-
neratie gestart. Daarvoor moet de motor de
normale bedrijfstemperatuur hebben.
De regeneratie van het roetfilter vindt auto-
matisch plaats en duurt normaal
10–20 minuten. Bij een lage gemiddelde snel-
heid kan dit iets langer duren. Tijdens de
regeneratie kan het brandstofverbruik iets stij-
gen.
Regeneratie bij koud weer
Als u bij koud weer vaak korte afstanden rijdt,
komt de motor niet voldoende op tempera-
tuur. Dit betekent dat het roetfilter niet gere-
genereerd en niet geleegd wordt.
Wanneer het filter voor ca. 80 % met roet-
deeltjes gevuld is, licht de oranje waarschu-
wingsdriehoek op het instrumentenpaneel op
Roetfilter vol Zie
en verschijnt de melding
instructieboekje
op het informatiedisplay.
U start de regeneratie van het filter door met
de auto op een secundaire weg of op een
snelweg te rijden tot de motor voldoende op