Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

03 Instrumenten, schakelaars en bediening
||
Autodimfunctie*
Als het licht dat van achteren in de spiegel
valt te fel is, wordt de achteruitkijkspiegel
automatisch gedimd. Bij een spiegel met
autodimfunctie ontbreekt het hendeltje voor
handmatig dimmen.
De achteruitkijkspiegel is voorzien van twee
sensoren (één aan de voorkant en één aan de
achterkant) die samenwerken om hinderlijke
03
lichtinval te identificeren en te verhelpen. De
sensor aan de voorkant registreert omge-
vingslicht, terwijl de sensor aan de achterkant
de koplampen van achterliggers registreert.
N.B.
Als de sensoren door bijvoorbeeld par-
keervergunningen, transponders, zonne-
kleppen of voorwerpen op de achterbank
of in de bagageruimte dusdanig worden
gehinderd dat er geen licht op de sensoren
valt, gelden er beperkingen voor de auto-
dimfunctie van de achteruitkijkspiegel en
buitenspiegels.
Alleen een achteruitkijkspiegel met autodim-
functie is mogelijk uitgerust met een kompas
(p. 108).
Gerelateerde informatie
Buitenspiegels (p. 105)
*
108
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.

Kompas*

In de rechter bovenhoek van de achteruitkijk-
spiegel zit een display waarop wordt aange-
geven in welke richting de voorkant van de
auto wijst.
Bediening
Achteruitkijkspiegel met kompas.
Er worden acht verschillende richtingen met
Engelse afkortingen weergegeven:
NE
E
SE
(noordoost),
(oost),
(zuidoost),
(zuid),
SW
(zuidwest),
W
(west) en
(noordwest).
Het kompas wordt automatisch geactiveerd
wanneer u de motor start of wanneer sleutel-
stand II actief is, zie Sleutelstanden - functies
in verschillende standen (p. 81). Om het kom-
pas handmatig uit of in te schakelen kunt u
een paperclip of iets dergelijks nemen en het
knopje aan de onderzijde van de achteruit-
kijkspiegel indrukken.
Kalibreren
Om de juiste kompasrichting aan te geven
moet het kompas soms worden gekalibreerd.
De aarde is in 15 magnetische zones ver-
deeld. Het kompas dient te worden gekali-
breerd, als u met de auto meerdere magneti-
sche zones doorkruist.
Kalibreer als volgt:
1. Breng de auto tot stilstand op een groot
en open terrein waar geen stalen con-
structies of hoogspanningsdraden zijn.
2. Start de auto en schakel alle elektrische
uitrusting (klimaatregeling, luchtdroger
e.d.) uit en zorg dat alle portieren zijn
gesloten.
N.B.
De kalibratie kan mislukken of helemaal
niet worden uitgevoerd, als u de elektri-
sche uitrusting niet uitschakelt.
N
(noord),
S
3. Houd het knopje aan de onderzijde van
NW
de achteruitkijkspiegel
ca. 3 seconden lang (met een paperclip of
iets dergelijks) ingedrukt. Het cijfer van de
huidige magnetische zone verschijnt.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave