Oliepeil meten, 4-cil.
Houd voor controle van het oliepeil de onder-
staande procedure aan.
1. Activeer sleutelstand II, zie Sleutelstan-
den - functies in verschillende standen
(p. 81).
2. Draai het duimwiel op de linker stuurhen-
Oliepeil
del naar stand
.
> Vervolgens verschijnt informatie over
het motoroliepeil.
Voor meer informatie over de menu-
functies, zie Menufuncties - instrumen-
tenpaneel (p. 111).
N.B.
Als niet aan de gestelde voorwaarden voor
meting van het oliepeil is voldaan (verstre-
ken tijd na motoruitschakeling, hellings-
hoek van de auto, buitentemperatuur e.d.),
Niet beschikbaar
zal de melding
schijnen. Dit betekent niet dat een van de
autosystemen een storing vertoont.
Bij een motor met elektronische oliepeilsensor ontbreekt de peilstok.
7
Motor met elektronische oliepeilsensor,
5-cil. diesel
Vulpijp
7
.
Aanpassing van het motoroliepeil is niet nodig
voordat er een melding op het bestuurders-
display verschijnt, zie volgende afbeelding.
niet ver-
10 Onderhoud en service
Melding en grafische voorstelling op display. Het
linker display verschijnt op een digitaal instru-
mentenpaneel en het rechter op een analoog.
Melding
Motoroliepeil
Wanneer de motor afgezet is, kunt u het
duimwiel gebruiken om het oliepeil te laten
controleren door de elektronische oliepeilsen-
sor, zie Menufuncties - instrumentenpaneel
(p. 111).
WAARSCHUWING
Bij het verschijnen van de melding
Olieservice vereist
moet u een werk-
plaats opzoeken – geadviseerd wordt een
erkende Volvo-werkplaats. Het oliepeil is
mogelijk te hoog.
10
}}
383