greep vast en schuif het scherm naar voren
om het te sluiten.
Beveiliging tegen overbelasting
Het schuifdak is voorzien van een beveiliging
tegen overbelasting die wordt geactiveerd,
als het schuifdak door een obstakel wordt
gehinderd. Het schuifdak komt dan tot stil-
stand en keert vervolgens automatisch terug
naar de laatst gebruikte, geopende stand.
Windscherm
Bij het schuifdak hoort een windscherm dat
opgeklapt wordt bij een geopend schuifdak.
03 Instrumenten, schakelaars en bediening
Menufuncties - instrumentenpaneel
Met de linker stuurhendel bedient u de
menu's (p. 112) die op het informatiedisplay
van het instrumentenpaneel (p. 65) verschij-
nen. Welke menu's er verschijnen hangt af
van de sleutelstand (p. 81).
Display (analoog instrumentenpaneel) en bedie-
ningsknoppen voor menufuncties.
Display (digitaal instrumentenpaneel) en bedie-
ningsknoppen voor menufuncties.
OK – meldingenlijst openen en meldingen
bevestigen.
Duimwiel – menu-opties doorbladeren.
RESET – geactiveerde functie op nul stel-
len. Wordt in bepaalde gevallen gebruikt
om een functie te selecteren/activeren
(zie de uitleg bij de verschillende func-
ties).
Een eventuele melding, (p. 112) moet u eerst
bevestigen met de knop OK, voordat u de
menu's kunt bekijken.
Gerelateerde informatie
•
Meldingen - functies (p. 114)
03
111