10 Onderhoud en service
Rem- en koppelingsvloeistof - peil
De rem- en koppelingsvloeistof moet tussen
de MIN- en MAX-streepjes staan.
Peil controleren
10
De rem- en koppelingsvloeistof zitten in het-
zelfde reservoir. De vloeistof moet tussen het
MIN- en MAX-streepje staan die aan de bui-
tenkant van het reservoir zichtbaar zijn. Con-
troleer het peil regelmatig.
Ververs de remvloeistof om de twee jaar of
iedere tweede geplande servicebeurt.
Wanneer u vaak met uw auto in de bergen of
in landen met een tropisch klimaat en een
hoge relatieve luchtvochtigheidsgraad rijdt,
dient u de remvloeistof ieder jaar te verver-
sen.
Voor de aan te houden hoeveelheden en de
aanbevolen remvloeistofkwaliteit, zie Rem-
vloeistof - kwaliteit en hoeveelheid (p. 441).
WAARSCHUWING
Als de remvloeistof onder het MIN-
streepje van het reservoir staat, mag u niet
verder rijden voordat u remvloeistof hebt
bijgevuld. Geadviseerd wordt de oorzaak
van het remvloeistofverlies te laten contro-
leren door een erkende Volvo-werkplaats.
386
Bijvullen
Het vloeistofreservoir zit aan de bestuurderszijde.
Het vloeistofreservoir gaat schuil achter de
dekplaat op de koude zone van de motor-
ruimte. U moet het ronde deksel eerst verwij-
deren om bij de dop van het reservoir te
komen.
Open het deksel dat in de dekplaat zit
door het te verdraaien.
Draai de dop van het reservoir los en vul
vloeistof bij. De vloeistof moet tussen het
MIN- en MAX-streepje staan (aan de bin-
nenkant van het reservoir).
BELANGRIJK
Vergeet niet de dop terug te plaatsen.
Stuurbekrachtigingsvloeistof - peil
Een auto met een viercilindermotor heeft
geen stuurbekrachtigingsvloeistof. Voor
auto's met een andere motor moet de stuur-
bekrachtigingsvloeistof tussen de MIN- en
MAX-markering op het reservoir staan. Ver-
versen van de vloeistof is niet nodig.
BELANGRIJK
Houd bij een controle het gebied rond het
reservoir voor stuurbekrachtigingsvloeistof
goed schoon. De dop niet losdraaien.
Controleer het peil bij iedere servicebeurt. U
hoeft de vloeistof niet te verversen. De vloei-
stof moet tussen het MIN- en MAX-streepje
staan.