04 Klimaat
||
WAARSCHUWING
Een elektrisch verwarmde stoel mag niet
worden gebruikt door personen die niet
goed kunnen voelen dat de temperatuur
toeneemt of die om een andere reden
moeilijkheden hebben om de elektrisch
verwarmde stoel te bedienen. Er kunnen
dan namelijk brandwonden ontstaan.
Gerelateerde informatie
•
Algemene informatie over de klimaatrege-
ling (p. 128)
•
Elektrisch verwarmde voorstoelen*
04
(p. 135)
De elektrisch verwarmde achterbank vervalt als u kiest voor de geïntegreerde zittingverhoger met twee standen (p. 50).
1
*
136
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Ventilator
Houd de ventilator altijd geactiveerd om te
voorkomen dat de ruiten beslaan.
N.B.
Als de ventilator volledig uitgeschakeld is,
start de airconditioning niet – wat kans op
beslagen ruiten kan geven.
Ventilatorknop
Draai aan de knop om de
ventilatorsnelheid te verho-
gen of te verlagen. Als AUTO
wordt gekozen, wordt de
ventilatorsnelheid automa-
tisch (p. 136) geregeld. De
eerder ingestelde ventilator-
snelheid wordt gedeactiveerd.
Gerelateerde informatie
•
Algemene informatie over de klimaatrege-
ling (p. 128)
•
Elektronische klimaatregeling, ECC
(p. 134)
Automatische regeling
De autofunctie regelt automatisch tempera-
tuur (p. 137), airconditioning (p. 137), ventila-
torsnelheid (p. 136), recirculatie (p. 139) en
luchtverdeling (p. 132).
Als u een of meer handma-
tige functies selecteert, wor-
den de overige functies nog
steeds automatisch gere-
geld. Alle handmatige instel-
lingen worden uitgeschakeld,
wanneer u op de knop AUTO
drukt. Op het display verschijnt
KLIMAAT
.
U kunt de ventilatorsnelheid in de automati-
sche stand instellen in het menusysteem MY
CAR. Voor een beschrijving van het menusys-
teem, zie MY CAR (p. 114).
Gerelateerde informatie
•
Algemene informatie over de klimaatrege-
ling (p. 128)
AUTO-