bedienen via het menusysteem MY CAR
(p. 114) van de auto.
Bij deactivering/activering van BLIS dooft/
brandt het lampje in de knop en het instru-
mentenpaneel bevestigt de wijziging met een
displaymelding - bij activering lichten de con-
trolelampjes op de portierpanelen eenmaal
op.
Om de melding te laten verdwijnen:
•
Druk op de OK-knop van de linker stuur-
hendel.
of
•
Wacht ongeveer 5 seconden - de melding
verdwijnt.
Wanneer BLIS werkt
Principe voor BLIS: 1. Zone in dode hoek. 2.
Zone voor snel inhalende voertuigen.
Het BLIS-systeem werkt bij snelheden hoger
dan ongeveer 10 km/h.
Het systeem reageert, als:
•
u wordt ingehaald
•
achterliggers snel naderen.
Wanneer BLIS een voertuig binnen zone 1 of
een snel inhalend voertuig in zone 2 ontdekt,
brandt het BLIS-lampje op het portierpaneel
constant. Als u in deze stand de richtingaan-
wijzers activeert aan de kant waarvoor de
waarschuwing wordt gegeven, schakelt het
BLIS-lampje over van constant branden op
knipperen met een feller licht.
WAARSCHUWING
BLIS werkt niet in scherpe bochten.
BLIS werkt niet als de auto achteruitrijdt.
Beperkingen
•
Vuil, ijs en sneeuw op de sensoren kun-
nen voor functiebeperkingen zorgen en
waarschuwingen onmogelijk maken. BLIS
kan dergelijke beperkende omstandighe-
den niet detecteren.
•
Bevestig geen voorwerpen, tape of stic-
kers binnen het oppervlak van de senso-
ren.
•
BLIS wordt gedeactiveerd, als u een aan-
hanger op het elektrische systeem van de
auto aansluit.
07 Bestuurdersondersteuning
BELANGRIJK
Reparaties aan de componenten van de
BLIS- en CTA-functies of het spuiten van
de bumper mogen uitsluitend in een werk-
plaats worden uitgevoerd. Een erkende
Volvo-werkplaats wordt aanbevolen.
Gerelateerde informatie
•
BLIS* (p. 267)
•
BLIS - symbolen en meldingen (p. 272)
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
07
269