Inhoudsopgave
Advertenties
■
Het systeem in- en uitschakelen
U kunt het systeem in- en uitschakelen wanneer de veiligheidsgordel van de bestuurder is
vastgegespt en de voedingsmodus in de stand AAN staat door op de schakelaar
Schakelaar besturing met één
a
pedaal
Controlelampje besturing met één
a
pedaal
Controlelampje flipper voor
b
vertraging
* Niet beschikbaar op alle modellen
u
Wanneer het systeem is ingeschakeld, worden
de vertragingsfase en het controlelampje op
het display op de meter weergegeven.
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld wanneer
u de voedingsmodus in de stand VOERTUIG UIT zet.
U kunt het systeem in- of uitschakelen tijdens het
rijden.
Als het voertuig wordt gestopt, kunt u het systeem
in- en uitschakelen door het rempedaal volledig in
te trappen.
Situaties waarin het systeem niet kan worden
ingeschakeld:
•
Het voertuig versnelt/vertraagt herhaaldelijk.
•
Het voertuig rijdt langdurig berg af.
•
Tijdens lange ritten met een zware lading.
•
Honda Parkeerassistent
*
is ingeschakeld.
•
Het controlelampje parkeerrem en remsysteem
(amber) brandt.
WORDT VERVOLGD
uuTijdens het rijdenuBesturing met één pedaal
1Besturing met één pedaal
WAARSCHUWING
3
te drukken.
Haal uw voet niet van het rempedaal op steile
hellingen of gladde ondergronden.
Op steile hellingen en gladde ondergronden kan
het voertuig bewegen als u uw voet van het
rempedaal haalt, zelfs als besturing met één
pedaal niet is ingeschakeld.
Als een voertuig onverwacht beweegt, kan dit
leiden tot een ongeval met ernstig of zelfs
dodelijk letsel.
Zet de schakelselectie in de stand
uit. Controleer in de volgende gevallen bovendien of de
parkeerrem is ingeschakeld:
•
Wanneer er mensen in- of uitstappen of wanneer bagage
wordt uitgeladen.
•
Bij langdurig stilstaan.
•
Tijdens het wassen van het voertuig.
•
Bij gebruik van een draaiplateau.
(
P
en schakel het systeem
399
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
