uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie
Bericht
•
•
•
•
•
144
Conditie
Verschijnt wanneer het voertuig voor u weer gaat rijden,
nadat uw voertuig automatisch tot stilstand is gebracht
door ACC.
Verschijnt wanneer u schakelt naar een andere stand dan
(
D
terwijl ACC in werking is.
Verschijnt wanneer op de knop RES/+ of SET/− wordt
gedrukt bij een andere schakelstand dan
Verschijnt wanneer het voertuig tot stilstand wordt gebracht
op een zeer steile helling terwijl ACC in werking is.
Verschijnt wanneer op de knop RES/+ of SET/− wordt
gedrukt terwijl het voertuig tot stilstand wordt gebracht op
een zeer steile helling.
•
Druk op de knop RES/+ of SET/- of trap het gaspedaal in om
weg te rijden.
Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed
2
Follow
•
ACC is automatisch geannuleerd.
Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed
2
Follow
•
ACC kan niet worden ingesteld.
(
D
Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed
.
2
Follow
•
ACC is automatisch geannuleerd.
Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed
2
Follow
•
ACC kan niet worden ingesteld.
Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed
2
Follow
Uitleg
BLZ. 447
BLZ. 447
BLZ. 447
BLZ. 447
BLZ. 447