* Niet beschikbaar op alle modellen
uuKlimaatregelsysteemuAutomatische klimaatregeling gebruiken
1Afstandsbediende klimaatvoorconditionering
De volgende functies werken ook afhankelijk van de
temperatuur:
Wanneer het warm is buiten:
•
Wordt de airconditioning geactiveerd in de recirculatiemodus.
Wanneer het koud is buiten:
•
De voorruitverwarming
•
De achterruitverwarming wordt geactiveerd.
•
De stoelverwarming en stuurwielverwarming* worden
geactiveerd.
Stuurwielverwarming
2
Verwarming voorstoelen
2
Afhankelijk van de omstandigheden, wordt het laden van de
hoogspanningsaccu beperkt, zelfs als de oplaadstekker is
aangesloten.
U kunt de temperatuur voor de klimaatvoorconditionering
aanpassen, de bedrijfstijd wijzigen en de automatische
ontwasemer uitschakelen via het audio-/informatiescherm.
EV-menu
2
BLZ. 321
U kunt de instellingen van het klimaatregelsysteem aanpassen.
EV-menu
2
BLZ. 321
*
wordt geactiveerd indien nodig.
*
BLZ. 245
BLZ. 246
251