uuAfstelling van elk type spiegeluCamerasysteem voor achteruitkijkspiegel
Instelling
Helderheid
Automatische
helderheidsinstelling
(aan/uit)
Gezichtsveld
(omhoog/omlaag)
Gezichtsveld
(links/rechts)
Gezichtsveld
(draaien)
■
Controlelampjes
Controlelampje
a
218
Pictogram
Knop 1
Laag
Uit
Omlaag
Links
Linksom
Wanneer het controlelampje gaat branden, moet u
snel de spiegelmodus inschakelen.
Als de spiegel te warm of koud wordt, verschijnt dit
pictogram
op het beeld terwijl het controlelampje
nog steeds brandt.
Als alleen het controlelampje blijft branden, is er
hoogstwaarschijnlijk sprake van een systeemstoring.
Laat het voertuig door een dealer controleren.
*
Knop 2
Hoog
Aan
Omhoog
Rechts
Rechtsom
1Controlelampjes
Als de spiegel warm wordt, wordt het beeld mogelijk
donkerder. Wanneer de spiegel te warm wordt, wordt het
beeld mogelijk helemaal niet meer weergegeven. Wanneer
de spiegel afkoelt, worden de beelden mogelijk weer
duidelijker weergegeven. Wanneer de spiegel echter te veel
afkoelt, wordt het beeld mogelijk helemaal niet meer
weergegeven.
Als het controlelampje brandt, wordt de helderheid van het
beeld mogelijk niet meer automatisch aangepast of wordt
het beeld niet meer weergegeven.