Bericht
•
Verschijnt wanneer de knop
voertuig rijdt.
•
Verschijnt als u de transmissie in de stand
voertuig vooruitrijdt of in de stand
achteruitrijdt.
•
Verschijnt wanneer u probeert te schakelen zonder het
rempedaal in te trappen.
•
Wordt weergegeven wanneer er een probleem is met het
automatisch grootlicht.
•
Wordt weergegeven wanneer er iets voor de
radarsensorafdekking zit, waardoor de sensor geen
voertuigen aan de voorkant kan detecteren.
•
Kan verschijnen wanneer u in slecht weer (regen, sneeuw,
mist, etc.) rijdt.
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie
Conditie
(
P
wordt ingedrukt terwijl het
(
R
zet terwijl het
(
D
terwijl het voertuig
Uitleg
•
Wacht tot het voertuig volledig stilstaat voordat u schakelt.
•
Trap het rempedaal in en selecteer vervolgens een
schakelknop.
•
Bedien de koplampschakelaar handmatig.
•
Rijdt u met grootlicht wanneer dit gebeurt, dan worden de
koplampen omgeschakeld naar dimlicht.
•
Wanneer de radarsensor vuil wordt, stopt u op een veilige
plek en veegt u het vuil met een zachte doek weg. Het kan
even duren voordat het bericht verdwijnt.
•
Laat uw voertuig door een dealer controleren als de
melding ook niet verdwijnt nadat u de sensorafdekking
hebt gereinigd.
Radarsensor
2
BLZ. 496
Honda Sensing
2
BLZ. 427
WORDT VERVOLGD
141